22/01/1628, 8

 
English | Nederlands

8 HHM krijgen bericht van de mening van Z.Exc. over de gisteren ontvangen brief van Ernst Casimir en de invulling van het verbod op toevoer naar Oost-Friesland. Volgens hem moet men onderscheid maken tussen goederen die over zee komen of over land uit het bisdom Münster en andere neutrale plaatsen en vervolgens op de Eems gebracht of overgescheept worden. De goederen over zee uit deze of andere landen moet men tegenhouden, maar dit moet niet bij plakkaat verboden worden. De scheepskapiteins op de Eems moeten opdracht krijgen goederen bestemd voor Oost-Friesland en niet voor Emden terug te sturen. Schepen die toch trachten te passeren, moeten zij tot nader order tegenhouden.
De goederen die eerst over land gaan en vervolgens overgescheept of langs de Eems afgevoerd worden, kan men zonder inbreuk op de neutraliteit niet tegenhouden; dit moet dus wel worden toegestaan. Keizerlijke aanhangers die per pont voorbij het fort Leerort varen kan men echter niet toelaten.
HHM nemen het advies van Z.Exc. over. Zij zullen het aan Ernst Casimir sturen met het verzoek de gedeputeerden in Emden ervan op de hoogte te brengen. Daarnaast voegen zij eraan toe dat schepen richting Leerort gekonvooieerd moeten worden, opdat zij onderweg geen goederen lossen.