01/02/1628

 
English | Nederlands

01 - 02 - 1628

Presentielijst:

Gelderland:
Holland:
Zeeland:
Utrecht:
Friesland:
Overijssel:
Groningen:

Resoluties:

1 De Admiraliteit in Zeeland schrijft 29 jan. conform de resolutie van HHM nog drie schepen voor Scheveningen te zenden.
Luitenant-admiraal Dorp meldt op 31 jan. met zijn schip en kapitein Van der Habt en Evert Anthonissen voor Scheveningen te zijn gekomen.
HHM bespreken tevens het vertrek van de ambassadeurs naar Frankrijk en Engeland. Omdat de wind niet gunstig is om vanuit Scheveningen weg te zeilen en de schepen evenmin voor Scheveningen kunnen blijven liggen antwoorden zij Dorp twee van de schepen naar het Goereese Gat te laten gaan. Daar moeten die wachten op de bevelen van de ambassadeurs. Dorp moet met zijn schip en andere schepen die daar nog zouden bijkomen terugkeren naar de kust. Schepen die hij onderweg tegenkomt moet hij meenemen.
De ambassadeurs moeten vandaag of morgen naar Brielle vertrekken en met de eerste goede wind zee kiezen. Daartoe moeten de in de Maas gelegen schepen met het eerste hoge water uitvaren en tevens naar het Goereese Gat komen. Als de schepen daar op tijd aankomen, moeten zij of de twee andere met de ambassadeurs verder reizen. De schepen met de bagage kunnen volgen als deze niet op tijd zijn aangekomen.

2 HHM sturen resident Aissema naar de komende vergadering van de Hanzesteden. Hij moet zich daar inzetten tegen de plannen van de koning van Spanje die in het Oostzeegebied een admiraliteit wil oprichten, zich met schepen wil versterken en tot nadeel van de Republiek een andere regeling van de handel wil. Aissema moet de Hanzesteden verzoeken daarover niets te besluiten in het nadeel van de Republiek.
Na lezing en goedkeuring van de brieven en instructie laten HHM Aissema zijn verrichtingen op dit gebied ook aan de koning van Denemarken melden. Hier zal de kwestie verder worden geopenbaard aan Camerarius en Vosbergen of diens substituut.

3 HHM houden vast aan hun op 31 jan. genomen besluit over het verzoek van Caspar Simonius Ritz. Ritz moet die resolutie binnen 24 uur navolgen.

4 HHM schrijven de rijksraden van Denemarken te regelen dat het land goed wordt verdedigd. Een kopie daarvan gaat naar de koning van Denemarken teneinde te besluiten of Z.M. er geen bezwaar tegen heeft wanneer commissaris Cracou de brief indient.
De concepten van beide brieven zijn goedgekeurd, doch worden eerst voorgelegd aan Z.Exc.

5 Blaes Leenderts verzoekt aanvulling op de behandelkosten voor de verwonding waaraan zijn zoon is overleden. Zijn zoon is neergeschoten bij het uitproberen van enkele musketten van het land.
HHM laten de RvS hierover een gunstig besluit nemen.

6 De twee missiven van iemand van vijandelijke zijde waarin Casper en Theunis Lieffhebber worden overgehaald in dienst van de vijand of de keizer te treden, bespreken HHM met Z.Exc. De Admiraliteit te Rotterdam zal achterhalen van wie de brieven afkomstig zijn.

7 Over het verzoek van baron De Horion om hoger beroep te krijgen voor een vonnis van de RvS tegen enkele ingezetenen van Neer in het Land van Luik vragen HHM informatie aan de RvS.

8 Net als op 31 jan. adviseert de RvS de instructie voor de naar Utrecht vertrekkende Essen en Noortwyck uit te breiden met de vordering van het fortificatiegeld. Bij de vier speciƫn zouden ook bier, zout en wollenlaken gevoegd moeten worden zodat er een eenparige belasting over geheven kan worden.
HHM gaan akkoord met het eerste punt en houden het tweede in beraad.