02/02/1628

 
English | Nederlands

02 - 02 - 1628

Presentielijst:

Gelderland:
Holland:
Zeeland:
Utrecht:
Friesland:
Overijssel:
Groningen:

Resoluties:

1 HHM stemmen ermee in dat ontvanger-generaal Doublet de wissel van Josua van Sonnevelt van 300 dukaten van 104 groten per dukaat accepteert en betaalt.

2 Na lezing geven HHM de consenten van Friesland tezamen met die van de andere provincies voor onderzoek aan de RvS.

3 De op 28 jan. naar Engeland gezonden pink is teruggekeerd en krijgt de beloofde 60 gld. uitbetaald.

4 HHM geven de repliek van Jan Barentsen, molenaar te Nieuwvliet, en de weduwe van Jan Loissen, molenaar te Zuidzande, aan de hoofdmannen van Cadzand om daarop te dupliceren.

5 Nicolaes Croon, commies op Texel, schrijft d.d. Texel 31 jan. kapitein Thomas Pieters voor Scheveningen te sturen zodra diens levensmiddelen aan boord zijn.
HHM antwoorden de Admiraliteit te Amsterdam dat dit vanwege de veranderde weersomstandigheden nu niet nodig is en dat zij Croon hiervan op de hoogte moet brengen.

6 Op het rekest van kapitein Aelbout d.d. 20 jan. adviseert de RvS dat de huidige toestand van het land geen nieuwe traktementen toelaat.
HHM laten de kwestie hierbij.

7 Het verzoek van Tielman Cannarts om financiële ondersteuning geven HHM aan de RvS, die daarover mag beslissen.

8 Het verzoek van Caspar Simonius Rits veertien dagen of drie weken te hebben om de hem op 31 jan. opgelegde borg bijeen te brengen wijzen HHM af.
De RvS zal ervoor zorgen dat Rits tegen de avond naar de Ridderkamer [in de Gevangenpoort] wordt gebracht tenzij hij eerder de borg stelt. De fiscaal zal Rits vragen wie hem heeft bericht dat hij op de Voorpoort zou worden gebracht.

9 Dirck Scheij vraagt om hulp vanwege door hem opgelopen schade in Keulen.
HHM schrijven agent Bilderbeeck extract uit de protocollen te verkrijgen zodat men kan zien of en op wiens verzoek de goederen van Scheij zijn geëxecuteerd. Ook agent Van der Veecken wordt gevraagd zich hiermee bezig te houden.

10 De RvS adviseert d.d. 1 feb. over een antwoord aan de Kleefse raden. In hun brieven van 9 en 14 jan. voeren zij aan niet in staat te zijn de compagnieën van overste Gent en ritmeester Soppenbroeck aan te houden. HHM moeten antwoorden de bij de alliantie beloofde compagnieën en andere te willen onderhouden indien zij de contributies krijgen waaruit deze betaald kunnen worden.
HHM schrijven Essen vanuit Arnhem naar Emmerik [Emmerich] terug te keren en met bovenstaand advies en andere redenen de Kleefse raden over te halen de compagnieën aan te houden. Bij weigering moeten zij HHM via afgevaardigden hierover en over de rekeningen spoedig genoegdoening geven. Dit opdat deze kwestie wordt opgehelderd en afgehandeld.
Essen moet zijn reis bespoedigen zodat hij voor aanstaande zondag in Utrecht kan zijn waar hij zijn eerder opgelegde commissie kan uitvoeren.

11 Het Hof van Gelderland antwoordt d.d. Arnhem 16/26 jan. op de brief van HHM van 29 dec. 1627. De drie kwartieren die het Hof over de door HHM bevolen ontmanteling van Doetinchem en Lochem heeft geschreven laten weten dat deze mag plaatsvinden mits hun opgestuurde memorie wordt nageleefd. Volgens de concessie van neutraliteit welke de steden van beide kanten hebben gekregen mag Doetinchem de muur, gracht en poorten en Lochem de stenen voet waarop wal en borstwering gezet zijn, de poorten en een naast de muur gelegen gracht behouden. Zij kunnen zich daarmee verdedigen tegen plundering door stropende rotten en heerloze soldaten.
In dezelfde brief vraagt het Hof HHM de omliggende plaatsen en met name 's- Heerenberg in de gaten te houden.
HHM geven de brief en bijgevoegde memorie aan de RvS om daarover na overleg met Z.Exc. te adviseren.

12 Het Hof van Gelderland antwoordt d.d. 16/26 jan. op de brief van HHM d.d. 31 dec. 1627. Hij heeft geen conferentie kunnen houden over de onenigheid tussen Gelderland en Kleef aangaande [de] Duffelt, Nergena en Lijmers. Deze zaak werd reeds ten tijde van de overleden keurvorst vertraagd en uitgesteld en is uiteindelijk ter beoordeling van de arbiters en super-arbiters gelegd conform het tussen beide vorstendommen opgestelde concordaat. In 1616 hebben zij een compromis gesloten waarin de procesform en het aantal arbiters is vastgesteld, maar Kleef blijft in gebreke bij het benoemen van onpartijdige arbiters. Het zou derhalve niet vreemd zijn wanneer maatregelen genomen worden waardoor ieder het zijne zou krijgen. De Staten van Gelderland hebben echter nog niet besloten geweld te gebruiken zolang er aanwijzingen zijn dat er recht gedaan zal worden.
Vanwege de huidige moeilijke tijden houden HHM de zaak nog even aan.

13 Eck en Schagen berichten over het verzoek van hoofdconsul Witsen en het advies van de Directie van de Levantse Handel daarover.
HHM stellen een besluit hierover uit omdat de heren van Holland de stukken meenemen om deze nader te onderzoeken.