15/02/1628

 
English | Nederlands

15 - 02 - 1628

Presentielijst:

Gelderland:
Holland:
Zeeland:
Utrecht:
Friesland:
Overijssel:
Groningen:

Resoluties:

1 De burgemeesters en raad van Nijmegen verzoeken de betaling van ritmeester Kerrij. Diens ruiters klagen een betalingsachterstand van vier maanden te hebben.
Aangezien de heren van Holland verklaren de ritmeester betaald te hebben, laten HHM de RvS hierin naar behoren voorzien.

2 De heren van Holland melden dat twee op Texel ingehuurde loodsmannen twee beladen schepen naar Le Havre zouden brengen, maar ter hoogte van Duinkerke zijn gedwongen daar binnen te varen.
HHM laten de Admiraliteit te Amsterdam en die in het Noorderkwartier , na het inwinnen van informatie, naar behoren tegen de reders en bevrachters van deze schepen procederen, als voorbeeld voor anderen.

3 De Bewindhebbers van de WIC ter Kamer Amsterdam verzoeken HHM enkele afgevaardigden te sturen naar de komende vergadering van de Heren Negentien op 21 februari.
Eck en Schagen zullen naar de vergadering gaan.

4 De Generaliteitsrekenkamer adviseert op het voorstel van de Admiraliteit te Rotterdam van 6 feb. dat haar ontvanger-generaal zich moet houden aan zijn instructie.
HHM volgen dit advies en laten de Admiraliteit te Rotterdam geen ordonnanties of assignaties op particuliere ontvangers verlenen. Zij mag slechts ordonneren op de ontvanger-generaal die vervolgens met kwitantie of decharge moet assigneren op de particuliere konvooimeesters.

5 De binnengekomen generaal Van Nispen overhandigt een overzicht van de door kapitein Thomas Pietersen ingeleverde Poolse penningen. Voor het inwinnen van informatie over deze munt vraagt Van Nispen eenzelfde commissie als Holland aan de generaals Beveren en Meut heeft verleend.
Ook vraagt Van Nispen HHM de zaak te beëindigen van de door hem bij het Hof van Holland aangeklaagde Jan Cuisten.
HHM laten de eerste kwestie bij de door Beveren en Meut ingewonnen informatie.
Aangaande het tweede punt schrijven HHM het Hof een beslissing in de zaak te nemen.

6 Naar aanleiding van het rekest en de stukken die Pieter Evertsen op 10 feb. heeft ingediend adviseert de RvS hem een hellebaard of soortgelijk eerbetoon te geven. Aan zijn verzoek om een traktement kan niet voldaan worden.
Bij de eerstkomende gelegenheid zullen HHM Evertsen aanbevelen en bij zijn vertrek zeggen zij hem 20 gld. toe.

7 De RvS ziet geen mogelijkheid de compagnieën van Rouillac en Monschau te onderhouden, tenzij zij in de al verzonden repartitie zouden worden opgenomen.
HHM willen het aannemen van de opgestuurde repartitie van de ongerepartieerden niet opnieuw vertragen door een herziening daarvan. Zij laten de RvS een petitie doen voor het onderhoud van de twee compagnieën en ook voor de uitbreiding van de ruitercompagnie van ritmeester Eeckeren vanwege de omzetting van haakbussiers in kurassiers. Totdat consent is verkregen van de provincies worden de compagnieën door middel van geldleningen onderhouden. Als het onderhoud uit de contributies kan worden betaald, is de petitie niet nodig.

8 De RvS maakt bezwaar om conform de resolutie van 10 feb. te besluiten over het verzoek van Charle Verduzotti.
Als Verduzotti zijn akte van traktement inlevert, krachtens welke hij 36 gld. per maand krijgt, betalen HHM hem eenmalig 150 gld. Daarmee komt zijn traktement te vervallen.

9 Fiscaal Sille heeft zijn verzoek op schrift ingeleverd conform de resolutie van 10 februari.
HHM sturen het verzoek naar hun ambassadeurs in Engeland. Zij moeten bij de koning bewerkstelligen dat de getuigen hierheen gezonden worden zodat de rechters in de zaak Amboina [Ambon] hen kunnen ondervragen.

10 Naar aanleiding van het bericht van de Admiraliteit te Rotterdam is Eck gelast de ambassadeur van Venetië te spreken over de door de reders van het schip Drie Coningen ingestelde revisiezaak. Het schip is in dienst geweest van Venetië onder cautie van het Admiraliteitscollege. De ambassadeur moet eventueel bewijs uit Venetië verschaffen.

11 De Luikse kooplieden Pieter Coenen en Willem van Eijl verzoeken eenzelfde akte als Salomon Specx op 20 dec. 1627 heeft gekregen om hun goederen over de Maas en de Sambre naar Frankrijk en vandaar weer naar Luik te vervoeren.
HHM wijzen dit af.

12 De Admiraliteit in het Noorderkwartier verzoekt d.d. Hoorn 10 feb. een resolutie over de instantie van de konvooimeesters en cherchers. Zij vragen verhoging van hun gage vanwege de verzwaring van hun last door het uitgeven en zuiveren van binnenlandse paspoorten.
HHM vragen hierover advies aan de Generaliteitsrekenkamer .

13 De Admiraliteit in het Noorderkwartier verzoekt d.d. Hoorn 10 feb. betaling voor de kapiteins die in 1625 in Frankrijk onder Haultain hebben gediend.
HHM nemen hierover geen besluit aangezien hun ambassadeurs in Frankrijk instructie hebben op de betaling aan te dringen.
De Admiraliteit in het Noorderkwartier laat in een brief d.d. Hoorn 11 feb. een beslissing in de haar op 26 jan. ter hand gestelde zaak van Syvert Michielssen over aan HHM.
Aangezien Michielssen in dienst van het land zijn rechterarm heeft verloren, zal het College op zijn verzoek om onderhoud moeten beslissen volgens de wetten van het land.

14 HHM onderzoeken het op 15 maart 1627 ingediende rekest waarin de baljuw, burgemeesters en schepenen van de steden en ambachten Axel, Terneuzen en Biervliet klagen over de Raad van Vlaanderen in Middelburg. De Raad zou dagelijks mandementen van appèl verlenen tegen door de vierscharen van de supplianten gewezen interlocutoire vonnissen waartegen niet in hoger beroep mag worden gegaan. Zij verzoeken HHM dezelfde brieven te schrijven aan de Raad als de heren van Zeeland op 29 dec. 1626 hebben gedaan.
HHM schrijven de Raad van Vlaanderen geen mandementen of provisies tegen interlocutoire vonnissen en privileges van de supplianten te verlenen. Gebeurt dit toch, dan zijn hun inwoners niet verplicht te compareren als de supplianten de Raad daarover schriftelijk berichten.