23/03/1628

 
English | Nederlands

23 - 03 - 1628

Presentielijst:

Gelderland:
Holland:
Zeeland:
Utrecht:
Friesland:
Overijssel:
Groningen:

Resoluties:

1 Luitenant-kolonel Herbert, van het regiment van kolonel Herwod, en luitenant-kolonel Astleij, van het regiment van kolonel Morgan, verzoeken hun compagnieën te mogen vergroten van honderdtwintig tot de honderdvijftig koppen waaruit de compagnieën van andere luitenant-kolonels bestaan.
HHM machtigen Z.Exc. en de RvS de supplianten behulpzaam te zijn zonder echter nieuwe soldaten aan te nemen of het land te bezwaren.

2 De heer Ahr verklaart dat de regering van Brandenburg wenst Goort Janssen vanwege de in zijn op 16 maart ingediende rekest vermelde redenen vrij te laten.
HHM schrijven ontvanger Rensen Goort Janssen vrij te laten indien hij de kosten van zijn hechtenis betaalt.

3 Namens Groenlo wordt ontheffing verzocht van het logiesgeld van twee compagnieën te voet en een compagnie te paard waarmee de RvS de stad heeft belast. Daarnaast vraagt de stad betaling van een geldbedrag.
HHM vragen hierover advies aan de RvS.

4 Over het verzoek van de weduwe van kapitein Willem van Bergen om betaling van 200 gld. die haar man tegoed had volgens een restcedel van de voormalige ontvanger Vroesen vragen HHM advies aan de Admiraliteit te Rotterdam .

5 Het verzoek van Abraham Janssen Palm, koopman te Dordrecht, om [betaling van] de ordonnanties die hij van de Admiraliteit te Rotterdam heeft à 20.000 gld. is afgewezen.

6 De brouwers te Dordrecht verzoeken hun bier zonder licent zowel naar Zevenbergen als naar Hooge Zwaluwe en Lage Zwaluwe te mogen brengen zoals op 4 nov. 1627 is goedgevonden voor Prinsenland.
HHM geven hiervoor geen toestemming.

7 HHM kennen extraordinaris bode Jan Cornelissen Backer 15 gld. toe.

8 De Staten van Zeeland berichten d.d. 20 maart de uitvoer van sparren, planken of andere Noordse goederen naar vijandelijk gebied te hebben verboden. Vanwege de op 14 maart voorgevallen brand in Zandvliet voert de vijand deze goederen veelvuldig in.
HHM antwoorden dat dit goed is gedaan aangezien zij hetzelfde op 11 maart ook aan de Admiraliteitscolleges hebben geschreven.

9 D'Espesses compareert met de heer Lopes en vraagt opnieuw toestemming voor het uitvoeren van de waren waartegen HHM gisteren bezwaar hebben gemaakt. Hij dient zijn verzoek tevens schriftelijk in.1
Nadat D'Espesses namens zijn koning verschillende proposities heeft gedaan over het lang geleden aangevraagde paspoort heeft hij eind vorige week de heer De Loppes laten komen. D'Espesses heeft HHM een door zijn koning ondertekende geloofsbrief gegeven. Hoewel verschillende machtige personen De Loppes voor vertrek een paspoort hebben beloofd, nadert nu reeds het eind van deze week. Gedeputeerde Van Neck [Eck] heeft Loppes verteld alles te doen om zich te ontheffen van het uitvoeren van het hem gisteren opgelegde bevel informatie te halen in Amsterdam over de daar aanwezige in D'Espesses' memories genoemde goederen. Veel tijd is verloren gegaan door een vergeefse woordenstrijd die de dienst van zijn koning kan benadelen. Het gevraagde paspoort moet eergisteren liever dan gisteren, gisteren liever dan vandaag en vandaag liever dan morgen worden verleend.
HHM antwoorden de terugkomst af te wachten van de twee afgevaardigden die zij gestuurd hebben om inlichtingen over enkele goederen in te winnen.

10 Op verzoek van D'Espesses verlenen HHM gratis paspoort voor zijn secretaris Boutard om met diens dienaar naar Frankrijk te gaan. Tevens mag Boutard vrij twee tonnen haring meenemen naar Brussel.

11 Naar aanleiding van de op 11 maart door D'Espesses ingezonden memorie zullen de graaf van Culenborch, mr. Willem Boreel, pensionaris van Amsterdam, en Hertevelt hem aanzeggen gewoonlijk niet met zulke proposities maar met vriendschap en passend respect te worden bejegend zoals onder bondgenoten gebruikelijk is. Zij verzoeken hem daarom zich voortaan van dergelijke memories te onthouden.

12 Omdat velen klagen over commies Schas zullen HHM de ontvanger-generaal een regeling met hem laten treffen anders kan men hem op kantoor niet meer dulden.

13 Terestein en Overlander zijn ontboden en verzocht hun reis inzake de uitdieping van Rijn en IJssel spoedig te maken. Zij verklaren gereed te zijn maar hebben geen geld gekregen van de heren van Holland .
HHM geven dit opnieuw door aan Huigens en Van der Lingen en verzoeken hun bij de Gecommitteerde Raden van Holland aan te dringen op betaling van het geld.

14 Op 16 maart verleenden HHM Elias Trip en Jost Willemsen voorschrijven aan Danzig [Gdansk]. Op hun nader verzoek schrijven zij gelijksoortige brieven aan kolonel Herman den Hoft zodat zij de verzochte salpeter onder gunstiger omstandigheden kunnen uitvoeren.

15 In een rekest bericht Winant de Keiser dat dr. Pynacker de regering en regenten van de Republiek in zijn brieven ernstig heeft belasterd.
HHM laten de griffier aan Pynacker vragen waarom hij dit heeft gedaan en op wie hij doelt.

1 Het verzoek is geïnsereerd in S.G. 3187.