07/04/1628

 
English | Nederlands

07 - 04 - 1628

Presentielijst:

Gelderland:
Holland:
Zeeland:
Utrecht:
Friesland:
Overijssel:
Groningen:

Resoluties:

1 Op verzoek van de reders van het fluitschip Sint Pieter laten HHM de ambassadeurs in Engeland regelen dat het schip wordt teruggeven.

2 Walta en Schaffer hebben de door Ernst Casimir aan Schaffer gestuurde memorie van op stapel staande werken voor Leerort met bijgevoegd ontwerp besproken met Z.Exc. Z.Exc. vindt het goed als de werken gebouwd worden aangezien deze voordeel brengen voor het kanon en de musketten. Hij wil echter niet dat het bergje [de Plytenberg] voor Leerort wordt ingenomen en met een redoute beveiligd omdat men daarover onenigheid met de keizerlijken kan krijgen. Evenmin moeten de vijfhonderd schanskorven de keizerlijken worden ontnomen of moeten zij op hun gebied worden aangevallen. Als zij echter met het kanon of anderszins het bouwen proberen te verhinderen of de schepen verdrijven, dan mag er behoorlijk worden verdedigd zonder vijandelijk territorium binnen te dringen.
HHM gaan hiermee akkoord en schrijven dit aan Ernst Casimir.

3 HHM laten de Staten van Friesland hun consenten voor de op 24 maart opgestuurde zeezaken geven. Indien de Staten daarover nog niet of onvolledig hebben besloten, dienen zij een nieuwe landdag uit te schrijven. De Staten moeten HHM daarvan op de hoogte stellen opdat deze tijdig gedeputeerden naar de landdag kunnen sturen om daar de zeezaken te begunstigen.

4 Conform de resolutie van 5 april hebben Walta en Schaffer de uitvinding van Christoff van Bergh besproken met Z.Exc. Hij vindt de uitvinding goed maar denkt niet dat deze zal werken zoals de maker beweert. Toch moet men proberen Van Bergh welgezind te houden en hem ergens voor in te zetten.
Als de mogelijkheid zich voordoet zullen HHM Van Bergh aanbevelen.

5 De kapiteins die onder luitenant-admiraal Haultain voor La Rochelle gediend hebben verzoeken betaling.
HHM laten hun gezanten in Frankrijk dit bewerkstelligen.

6 Het verzoek van agent Van der Veecken om namens de keurvorst van Keulen twee last teer vrij te mogen uitvoeren is afgewezen.

7 De ambassadeur van Venetië verzoekt opnieuw teruggave van de parels en verklaart dat de ritmeester een passende vergoeding mag krijgen.
HHM houden vast aan het vonnis van de RvS.

8 Frederich Gunter, secretaris van de koning van Denemarken, compareert. Hij verzoekt een nader besluit op de bij de commissarissen van HHM ingediende punten en deelt uitvoerig zijn overwegingen hierover mee.
HHM laten Gunther zijn voorstellen opschrijven opdat zij daarover kunnen besluiten.

9 De administrator van Maagdenburg verzoekt d.d. Leiden 5 april om betaling van 16.850 rijksdaalder en vrijstelling van de belasting op consumptie in Leiden.
HHM antwoorden op zijn eigen verzoek de door Aissema getrokken wisselbrief te hebben aangenomen en betaald. De kwestie van de belasting brengen zij onder de aandacht van de heren van Holland .

10 De heer van Didem schrijft d.d. Emmerik [Emmerich] 3 april dat de compagnie van Soppenbroeck gering in getal is. Hij vraagt of hij deze moet laten versterken.
HHM zullen dit morgen met Z.Exc. en de RvS bespreken.
Tevens zal morgen het advies van de RvS aangaande Soest [in Westfalen] en Lünen worden geresumeerd.