02/05/1628

 
English | Nederlands

02 - 05 - 1628

Presentielijst:

Resoluties:

1 De Bie en de andere gisteren tot bespreking van de zeezaken met Z.Exc. aangestelde heren berichten hierover. Zij stellen voor de provincies te bezenden die nog geen consent hebben gegeven op de voor dit jaar ter ondersteuning van de Admiraliteiten verzochte twee miljoen, de zuivering van de defecten van eerdere jaren en het tekort van 2.500.000 gld. buiten de petities. De Admiraliteitscolleges moeten HHM berichten wat zij in navolging van hun brief d.d. 24 maart hebben gedaan en met name of zij de kapiteins op hun repartitie hebben aangewezen waar deze hun betaling kunnen opeisen. Ieder College moet twee van haar meest ervaren leden hierheen sturen om een of twee maanden te blijven tot de resoluties over de zeezaken zijn genomen.
HHM nemen dit advies over. Zij vragen Friesland conform hun verzoek van 7 april te consenteren in de op 24 maart meegedeelde punten. Ook moet de provincie spoedig het geld opbrengen of melden wanneer zij vergadert zodat HHM er enkele gedeputeerden naartoe kunnen sturen om de kwestie te begunstigen.

2 Luitenant-kolonel Herbert verzoekt zijn compagnie van honderdtwintig man te laten uitbreiden tot honderdvijftig man waaruit de compagnieën van andere luitenant-kolonels bestaan.
HHM laten de RvS hierover beslissen na een bespreking met Z.Exc. en enkele gecommitteerde raden van Holland.

3 Op verzoek van ontvanger Hoeffijser laten HHM hem door ontvanger-generaal Doublet de van Utrecht afkomstige 20.000 gld. betalen. De overgebleven 20.000 gld. die de Admiraliteit te Amsterdam van de door Utrecht op te brengen 100.000 gld. nodig heeft, worden betaald door assignatie op deze provincie met aftrek van 12.000 gld. en 1.200 gld. voor orateur Haga.

4 HHM lezen het antwoord van de gecommitteerden tot bespreking met secretaris Frederich Gunter op de voorgestelde punten:1
I De te nemen maatregelen tegen de uitvoer naar de bezette plaatsen zullen Z.M. tevredenstellen. In sommige plaatsen is er alvast een goed begin mee gemaakt.
II HHM regelen dat Z.M. op zijn kosten zoveel smakschepen uit de Republiek mag laten huren als hij nodig acht.
III Aangaande de twee door kapiteins van HHM uit de havens van Z.M. in Langesund genomen schepen hebben HHM vernomen dat deze aan Nederlanders toebehoren maar door Duinkerkers zijn gestolen en verkocht. De kopers zijn ermee naar Noorwegen gevaren waarop de schepen nogmaals zijn gestolen en naar de Republiek teruggebracht. Aangezien de Admiraliteit de schepen als rechtmatige buit heeft beschouwd, is teruggave niet mogelijk. Wel zullen HHM zich nader over de kwestie informeren. Als zij menen dat de zaak anders is gelopen of de kapiteins soevereine rechten hebben geschonden, zullen HHM tot tevredenheid van Z.M. een besluit nemen.
IV en V De secretaris heeft een staat ontvangen met wat er van het beloofde subsidie is betaald. Tevens wordt hij op de hoogte gesteld van de zending van commissaris Hogenhoeck naar Glückstadt.
VI HHM zouden Z.M. graag de verzochte duizend centenaar buskruit en de wapens leveren. Zij weigeren ook niet de wapens voor de achtduizend man welke hij wil laten inkopen en uitvoeren. Aangezien HHM zelf echter noch over buskruit noch over salpeter beschikken, of daar spoedig aan kunnen komen, en dagelijks veel verbruiken, weigeren zij de uitvoer hiervan. Als kooplieden ten eigen bate zouden voorstellen kruit te leveren, dan komt dat niet ten goede aan de Republiek. HHM moeten beter letten op het landsbelang dan kooplieden die alleen hun eigen winst in de gaten houden.
In zijn brieven en die van zijn commissarissen heeft Z.M. gevraagd de plaatsen langs de Elbe te verdedigen. HHM nemen de assignaties voor de betaling van de genoemde wapens niet aan aangezien zij het geld en de voorraden reeds op bevel van Z.M. hebben betaald en daarheen gezonden. Omdat de nog te zenden bijdragen voor de verdedigingswerken en het onderhoud van het garnizoen zo hoog zijn, wordt daarmee de eerder verleende subsidie en die voor veel toekomstige maanden verrekend. Om de koning enigszins tegemoet te treden, zullen HHM boven de reeds verzonden assignaties van wapens nog 50.000 gld. betalen. Dit is inclusief de ongeveer 18.000 gld. die Joost Brasser nog overheeft van het bedrag dat resident Vosbergen met hem is overeengekomen.
VII en VIII Aangezien Z.M. op deze punten reeds is tevredengesteld, laten HHM de zaak hierbij. Zij stellen voor de Admiraliteit te Amsterdam te schrijven wanneer het schip gereed zal zijn om op zee te gaan zoals zij ook voor de uitvoer van het jacht hebben gedaan.
HHM keuren dit antwoord goed. Wegens de grote nood van de voor de koning behouden steden langs de Elbe is het nodig alle secours daarheen te sturen. HHM zullen hem zoveel tegemoet treden als mogelijk is door te regelen dat zijn assignaties van wapens ten bedrage van 50.000 gld. worden betaald. Daartoe laten zij Joost Brasser 18.021 gld. 17 st. 8 d. betalen welk bedrag hij nog bezit van de op 3 dec. 1627 met hem overeengekomen 90.000 gld. Verder zal hij de wapenleveranciers betalen met assignaties.

5 HHM laten Haersolte en Schaffer met de door kanselier Martyn van der Meden verzochte bespreking houden.

6 Die van de Grote Visserij compareren. Aangezien zij drie schepen hebben verloren, willen zij twee schepen lenen. De afgevaardigden stellen voor deze zelf te bemannen en in de levensmiddelen en soldij te voorzien.
Ook lezen HHM het rekest van de afgevaardigden van Brielle. Zij verzoeken begeleiding van vier oorlogsschepen naar het noorden en twee voor de "meivaarders".2
Volgens de aanwezige afgevaardigden van de Admiraliteit te Rotterdam zijn er nu in totaal slechts zes schepen voor de Grote en de Kleine Visserij tezamen. Enkele provincies brengen te berde dat die van de Grote Visserij een aanzienlijk financiële ondersteuning ontvangen. Daarmee zouden zij tevreden moeten zijn in plaats van nog meer schepen te verzoeken.
HHM stellen een besluit hierover uit tot morgen.

7 Joachimi stuurt twee brieven d.d. 13 en 24 april met de door de privéraad van de koning afgegeven verklaring ten gunste van de Portugese natie in de Republiek en een kopie van de commissie voor de heren die informatie zullen inwinnen over de beroepen op het vonnis van de rechter van het hoge hof van de Admiraliteit.
HHM laten deze uit het Engels vertalen.

1 Het antwoord is geïnsereerd in S.G. 3187.
2 Vermoedelijk worden met meivaarders de vissers op de haringachtigen elft en fint bedoelt.