10
Aangaande het verzoek van de burgers van
Breda om betaling van het door hen tijdens het
beleg verschafte geld vragen HHM
Schot hoe de heren van
Zeeland
tegenover deze zaak staan. Ook schrijven zij
Friesland
de achterstallige betalingen op te
brengen.
Omdat
Abraham Adriaenssen van Langendonck, een van de burgers van Breda, ernstig klaagt over zijn
grote armoede, laten HHM commies
Van der
Haer hem van zijn ontvangst 600 gld. betalen. Dit bedrag
wordt
afgetrokken van Van Langendoncks tegoed en Van der Haer krijgt het
terugbetaald uit het geld dat de provincies nog schuldig zijn.