22/06/1628

 
English | Nederlands

22 - 06 - 1628

Presentielijst:

Gelderland:
Holland:
Zeeland:
Utrecht:
Friesland:
Overijssel:
Groningen:

Resoluties:

1 Een brief van Brederode d.d. Bazel 10 juni behoeft geen resolutie.

2 Kapitein Sint Hillaire, commandant van Nijmegen, verzoekt wegens de aanzienlijke inspanning en onkosten voor zijn commando in een belangrijke grensstad een ordinaris jaartraktement of anders een gulle bijdrage te krijgen.
Voordat HHM hierover beslissen, zullen zij de retroacta erover nakijken.

3 HHM bespreken het rekest van Hendrick Gerridtsz. van Ophemert, voormalig soldaat in de compagnie van kapitein Johan ter Halt op de vloot onder de vlag van admiraal L'Eremyte. Voor de kust van Pisco is hij ernstig verwond door de vijand waardoor zijn rechterhand is verlamd.
HHM bevelen de suppliant aan bij de aanwezige afgevaardigden van de Admiraliteitscolleges opdat hij bij gelegenheid in dienst van het land wordt ingezet.

4 Baertge Jansdr., weduwe van voormalig scheepskapitein Pieter Corsz. Hordt, verzoekt voormalig ontvanger Adriaen Vroesen opdracht te geven haar diens kwitanties te tonen voor de betaling van vijfduizend door de Admiraliteit te Rotterdam voor haar man verleende ordonnanties van in totaal 2.443 gld. 14 st.
HHM geven het rekest voor advies aan Ruis, secretaris in de Generaliteitsrekenkamer waar alle papieren van de genoemde ontvanger berusten.

5 Henderick van Monster, heer van Runen, klaagt dat de landdrost en de 24 etten van Drenthe ter eerste instantie in de heerlijkheid Ruinen veroordeelde zaken naar zich toe proberen te trekken. Aangezien dit buiten hun ressort is, verzoekt Van Monster HHM de drost en etten te gelasten zich niet meer met dergelijke zaken in te laten. De drost zou de door hem verleende apostille moeten intrekken. Bovendien zou de drost diens aan de schout van Havelte verleende opdracht moeten herroepen. Deze zou de uitvoering van de twee door de heer van Ruinen en zijn twaalven tussen Leffert Jans c.s. en Hendrick Alers uit Haakswold uitgesproken vonissen moeten voorkomen.
HHM geven het rekest aan de partijen om er binnen acht dagen na de aanzegging op te reageren. Hierna zullen HHM met advies van de RvS zelf een passend besluit nemen.

6 De Portugees Jorge Fernander Rachao wil HHM voor commissarissen informeren over enkele geheime zaken.
Feit en Beaumont zullen de suppliant horen en daarover berichten.

7 Jan Quentyn, koopman te Amsterdam, heeft in het Land van Luik wapens gekocht en verzoekt een aanbevelingsbrief voor de heer De Valancay, gouverneur van Calais, om de wapens zonder moeilijkheden naar Holland te vervoeren.
HHM wijzen dit verzoek af.

8 Jan Melchioors van Outheusden, Jaeques de With en Jan Claesz. Bijl, kapiteins van een compagnie pioniers te velde, verzoeken appointement om zoveel infanteristen aan te nemen als Z.Exc. wenst. Na ontslag uit het leger willen zij ieder vijftig Ă  zestig van de beste mannen in waardgeld houden.
HHM zullen het verzoek te zijner tijd in acht nemen.

9 In een rekest meldt kapitein Willem van Brederode nog een restant van 554 gld. 12 st. aan onkosten tegoed te hebben voor het werven van een compagnie soldaten van 140 man. Met deze compagnie is hij onder de vlag van admiraal L'Ermithe uitgevaren.
HHM laten Bruininxs en commies Verhaer het rekest onderzoeken en erover berichten.

10 Het antwoord van de VOC ter Kamer Amsterdam d.d. 20 juni op de brief van HHM van 10 juni behoeft geen resolutie.

11 Op verzoek van Hugo Petri, voormalig predikant op Ameland, verlenen HHM hem voorschrijven aan de heer van Ameland opdat Petri nisi causam zijn onderhoud van hem krijgt.

12 Jan Claesz. d'Arckel, kapucijn te 's-Hertogenbosch in de orde Franciscus, verzoekt paspoort om zijn moeder en broers in de Republiek te bezoeken.
HHM wijzen dit verzoek af.

13 Na tweede resumptie wijzen HHM het rekest van Godtfriedt van der Meullen af.

14 Jan Cornelisz. Backer, extraordinaris bode van HHM, is geruime tijd ziek geweest en verzoekt kostgeld.
HHM laten de president hem dit geven.

15 HHM resumeren het op 20 juni ingediende rekest van baron Godtlob Berka.
HHM verlenen ontvanger-generaal Doublet ordonnantie om Bercka eenmalig 500 gld. te geven.

16 Bas en Stavenis berichten dat Abraham Speeck de gisteren genomen resolutie van HHM inzake zijn voorstel is voorgelegd. Hij heeft hierop verklaard dat het vervaardigden van het gevraagde model en het experimenteren met zijn nieuwe uitvinding naast zijn arbeidsloon 312 pond zal kosten. Speeck zegt niet in staat te zijn dit bedrag voor te schieten. Hij stelt voor op kosten van het land het model te maken en uit te proberen mits hij daarvoor 6 gld. per dag ontvangt.
HHM gaan hiermee niet akkoord. Zij kunnen in totaal 150 gld. van de onkosten bijdragen.

17 HHM laten de binnengekomen ontvanger Doublet via zijn commies een groot bedrag innen van het volgens Feit in de kwartieren van Gelderland beschikbare geld voor subsidie van de Admiraliteitscolleges. Doublet zal dit doen.
Op de vraag of de door Aissma in Hamburg getrokken wisselbrief van 10.300 rijksdaalder is betaald, antwoordt Doublet 17.000 pond te hebben geleend zodat de wisselbrief nu zou kunnen worden betaald. De Staten van Holland moeten het tekort dan wel in aftrek van hun consenten aanvullen. Aangezien de heren van Holland dit desgevraagd weigeren, laten HHM Doublet conform de eerdere resolutie eveneens het tekort proberen te lenen.

18 De afgevaardigden van de Admiraliteit te Amsterdam compareren en melden dat hun College geen geld, scheepsmaterialen en munitie heeft en diep in de schuld zit zodat er geen krediet is om benodigdheden aan te schaffen. Dagelijks worden de raden door crediteuren van het land kwalijk benaderd, zowel in het College als bij hen thuis of op straat. Ook bezitten zij tot grote ontevredenheid van kooplieden en zeelieden geen oorlogsschepen om de koopvaardijschepen behoorlijk te konvooieren. De afgevaardigden verzoeken HHM daarom het College een aanzienlijk bedrag te geven en de drie door het College voor de bezetting van de Elbe weggezonden oorlogsschepen te laten terugroepen om voor het konvooi te worden aangewend.
Aangaande het eerste punt laten HHM de descharges van het door de RvS in de generale petitie verzochte tweede miljoen (het eerste miljoen is in de staat van oorlog te water over de provincies gerepartieerd) ter ondersteuning van de Admiraliteit over het lopende jaar depĂȘcheren om onder de verschillende Colleges te worden verdeeld. Enkele heren zullen met de aanwezige afgevaardigden van de Admiraliteitscolleges een nauwkeurige lijst van inkomsten en uitgaven van de Colleges opstellen. Conform deze lijst moeten zij het subsdiegeld verdelen. Daarbij moet ook een voet worden vastgesteld voor de door de Colleges uit te voeren scheepsuitrusting.
HHM zullen het tweede punt met Z.Exc. bespreken.

19 De afgevaardigden van de Admiraliteit te Rotterdam compareren en berichten dat de matrozen op de oorlogsschepen op de rivieren ruim veertig maanden soldij tegoed hebben. Zij hebben vernomen dat de matrozen op het punt staan om te muiten. Verder liggen er drie oorlogsschepen op zee klaar om uit te zeilen maar eisen de matrozen eerst geld. De afgevaardigden verzoeken daarom hun toe te staan in Utrecht 27.000 pond te ontvangen van het Utrecht se aandeel in het tweede miljoen van het subsidie voor de Admiraliteitscolleges.
HHM besluiten hierop zoals zij op het eerste lid van het bovenstaande voorstel van de afgevaardigden van de Admiraliteit te Amsterdam hebben gedaan.

20 HHM verzoeken de aanwezige afgevaardigden van de Admiraliteit te Rotterdam zo spoedig mogelijk een nauwkeurig overzicht te tonen van de opbrengst van de door kapitein Engelbrecht Pietersz. op zee veroverde en naar hen opgestuurde prijs. Zij zeggen dit toe.

21 HHM geven Femmitgen Aerjens, weduwe van Frans Lauwerisz. van Woerden, uit medelijden 7 gld. 14 st.

22 HHM schrijven de Staten van Groningen ernstig hun uitspraak over hun onderlinge geschillen uit te voeren. Verder moeten zij zo spoedig mogelijk een besluit nemen over de zuivering van de defecten van de consenten voor de Admiraliteit van 1622 tot en met 1627 en over hun aandeel in de beraamde repartitie van de 2.500.000 pond voor de schuld van de Admiraliteit boven eerdere consenten. Ook moeten zij de twee volgens de staat van oorlog te water op hun provincie gerepartieerde oorlogsschepen en een half fregat betalen.