7
In een rekest meldt plaatsnijder
Willem Jacobsz. Delff dat
Joost
Hondius en
Francois van den
Hoeije, boekverkopers te Amsterdam, in strijd met het op
17
okt. 1626 door HHM aan hem verleende octrooi enkele van zijn
portretten
hebben nagemaakt en verspreid. Van den Hoije heeft de
koning en
koningin van Bohemen, de
prins en
prinses van
Oranje, de oude prins
Willem
en
Maurits nagemaakt en Hondius de
genoemde prins en prinses. Hiervoor heeft de
officier van Amsterdam
hen
vervolgd, maar zij hebben de zaak ruim acht maanden opgehouden
zonder dat de
suppliant genoegdoening heeft gekregen. Hij verzoekt HHM te regelen
dat
de platen en drukken van Van den Hoeije en Hondius in beslag worden
genomen, dat hij volledig voordeel van zijn octrooi krijgt en
dat
de overtreders worden bestraft.
HHM verzoeken de magistraat van
Amsterdam de suppliant kort en goed recht te doen tegen Van den Hooije
en Hondius.