27/07/1628, 20

 
English | Nederlands

20 Jan Joosten Roy en Roelandt Taijller, voormalige raden en rechters op Amboina en in Oost-Indiƫ gehuwd, verzoeken met de eerstvolgende vloot van de VOC naar hun vrouw en kinderen te mogen reizen. Ondanks hun vertrek zullen zij zich houden aan het oordeel dat de op last van HHM gedelegeerde rechters zullen vellen over hen en de andere rechters.
HHM willen de supplianten niet bij hun vrouw en kinderen vandaan houden. Zij geven beiden toestemming zich gereed te maken voor hun vertrek.