29/07/1628, 5

 
English | Nederlands

5 Strick en Weede, extraordinaris afgevaardigden van Utrecht, compareren. Zij verzoeken in aanwezigheid van Terestein hun bezwaren tegen de voorgenomen werken voor het uitdiepen van de IJssel te mogen uiteenzetten. Na het weerwoord van Terestein hierop te hebben gehoord, zouden HHM met kennis van zaken nader kunnen beslissen.
HHM houden vast aan hun gisteren genomen besluit inzake de IJssel. Ook schrijven zij Vijch, Overlander en Van der Linge zo spoedig mogelijk naar Arnhem te gaan. Daar moeten zij krachtens eerdere commissie met Terestein onder hun toezicht de werken in IJsseloord helpen laten bouwen. Desondanks mogen de afgevaardigden van Utrecht op een geschikt gelegenheid hun bezwaren uiteenzetten.