01 - 08 - 1628

Presentielijst:

Resoluties:

1 De heren van Overijssel berichten dat de op hun provincie gerepartieerde monstercommissaris Middelborch is overleden. Zij hebben vernomen dat enkele personen proberen het vrijgekomen commissarisschap te krijgen van de RvS. De begeving van het ambt komt krachtens het gezag en de privileges van Overijssel echter toe aan de heren Staten, zoals dat ook geldt voor alle andere provincies. De supplianten vragen de mening van HHM hierover.
HHM laten Overijssel het nominatierecht behouden. De griffier heeft dit onmiddellijk aan de RvS gemeld. Later zeggen HHM de ontboden president van de Raad dat de RvS slechts door Overijssel genomineerde kandidaten als monstercommissaris in die provincie mag aanstellen of laten dienen. Zij verzoeken de Raad zich hieraan te houden.

2 Een brief van resident Aissma d.d. Hamburg 13 juli behoeft geen resolutie.

3 Een brief van resident Brederode d.d. Bazel 6 juli behoeft geen resolutie.

4 Naar aanleiding van het voorstel van de heren van Utrecht laten HHM Veltdriel en Schaffer met Z.Exc. spreken over de verzochte aanstelling van enkele neutrale heren inzake de verbetering van de Rijn en IJssel. Deze moeten controleren of de afgevaardigden de op 22 dec. 1626 en eerder genomen resoluties volledig uitvoeren.

5 De president bericht conform de resolutie van gisteren het verzoek van agent Mibassen met Z.Exc. te hebben besproken. Deze meent dat luitenant-admiraal Dorp mag worden geschreven naar aanleiding van dit verzoek een jacht van de kust van Vlaanderen in te zetten voor het briefverkeer tussen de gezanten in Engeland en Frankrijk.
HHM nemen dit advies over.

6 HHM lezen het verzoek van Adriaen Zegersz. van Wyck, Alexander van Waelwyck en diens dochter, de weduwe van Jan van Gewas en van de weeskinderen van Adriaen Maes, allen uit Breda gevluchte burgers. Zij verzoeken terugbetaling van het door hen tijdens het beleg aan het garnizoen verstrekte geld met de bijbehorende rente.
HHM manen de RvS om met de ontvanger-generaal te bespreken of de supplianten tijdens de bezending naar Zeeland kunnen worden tevredengesteld.

7 De reders van Jan Aelbertsz. Raven te Hoorn verzoeken voor hun zaak tegen consul Witse een commissaris aan te stellen in plaats van de vertrokken Brouwer of deze zaak over te dragen aan de ordinaris rechter.
HHM vervangen Brouwer door Stavenis.

8 Op verzoek van Outger Jacobsz., burgemeester te Hoorn, en Pieter Dirxsz. Ben, raad en vroedschap te Hoorn, en hun medereders van het schip De Hoope van schipper Cornelis Bos verlenen HHM voorschrijven aan hun gezanten in Engeland. Dit opdat deze zullen bemiddelen om hun door de Engelsen geconfisqueerde en naar Dover gebrachte schip en goederen terug te krijgen.

9 Marten van Hemerden, burger van Utrecht, wil naast anderen essenhouten pieken met ijzer en speerpunten van het door HHM toegestane materiaal aan het magazijn te Delft leveren. Hij kan deze op de proef en voor 8 st. onder de gewone prijs leveren.
HHM laten de suppliant zijn voorstel doen aan de Gecommitteerde Raden van Holland .

10 Joost Brasser verzoekt terugbetaling van enkele aanzienlijke voorschotten en betaling van een half jaar rente van de op 16 juli vervallen voorgeschoten Venetiaanse subsidie à 99.000 pond.
HHM laten de ontvanger-generaal een nauwkeurig overzicht maken van het door de provincies verschuldigde aandeel in de aan de Deense koning beloofde en vervallen subsidies. Als zij dit overzicht hebben gezien, zullen HHM nader over Brassers verzoek besluiten.

11 De RvS adviseert d.d. 17 juli over het verzoek van Caspar Ritz en diens voorstel om het aandeel van zijn ambt te betalen, indien dit is getaxeerd. De Raad heeft in het overzicht van de Gulik [Jülich]se contributies gelezen dat het ambt Grevenbroich is aangeslagen voor 2.340 rijksdaalder per jaar. Als Ritz de vervallen jaren heeft betaald, zou hij vrijgelaten mogen worden.
Voordat HHM hierover een definitief besluit nemen, vragen zij de Raad om het exacte bedrag te noemen waarvoor Ritz zou kunnen worden vrijgelaten.

12 Naar aanleiding van het herhaalde verzoek van de kapiteins van de Franse compagnieën onder het regiment van Candale verzoeken HHM de RvS om hen enigszins tevreden te stellen. Anders zouden hun compagnieën kunnen deserteren.

13 HHM worden bericht over het antwoord van de commandanten van Emmerik en Ravenstein. Deze hebben van de katholieke geestelijkheid in hun steden geëist binnen drie weken te regelen dat de gebeurtenissen in Wezel tegen die van de gereformeerde kerk worden teruggedraaid. Zo niet, dan worden er tegenmaatregelen tegen hen getroffen.
HHM geven het antwoord aan de RvS om er na bespreking met Z.Exc. over te berichten.

14 De aanwezige gedeputeerden van de Admiraliteit te Amsterdam compareren. Conform de resolutie van 24 juli hebben zij een afgevaardigde naar Amsterdam gestuurd om met de fiscaal nauwkeurig informatie in te winnen over het door commandeur 't Lam naar Amsterdam gestuurde Franse schip. Het schip en de bemanning zijn voor de aankomst van hun collega echter al vrijgelaten omdat zij met een geldige commissie waren uitgevaren en op zee geen overtredingen hebben begaan. De gedeputeerden tonen een kopie van de commissie voor de kapitein en de door de fiscaal ingewonnen informatie.
HHM laten de zaak hierbij.

15 Naar aanleiding van de remonstrantie van de aanwezige gedeputeerden van de Admiraliteit te Amsterdam gelasten HHM ontvanger-generaal Doublet om hun een assignatie op Utrecht te geven. Dit voor het aandeel van het College in de defecten van de door deze provincie op te brengen consenten voor de marine van 1622 tot en met 1627.

16 Lambert Dietraet, procureur van Rogier van Brouchoven, Gerrardt van Brouchoven namens zichzelf en zijn dienaar Cornelis Robbrechsz. en Lucia van Hoogenstein, weduwe van Pieter van Brouchoven, voor zichzelf en namens haar dochter Mariane van Brouchoven, vrouwe van Martigneul, compareren. Zij zijn eisers in een beroepszaak tegen de gedaagden Loijs van Ryhooven, gouverneur van Bergen op Zoom, Hugo van der Mast, auditeur van de krijgsraad aldaar, Hubrecht Gillisz. en Jacob de Hamer, kurassiers onder ritmeester Van der Welle, Jacques Mannaerts en Benedictus Pietersz., kurassiers onder ritmeester Van Eeck[er]en, Cornelis Pietersz. onder ritmeester Rouillac, en Clein Neelke, ruiter onder gouverneur Ryhoven, en Johan Pietersz. van Intighem, ruiter onder ritmeester Brouchom voor henzelf en namens de compagnieën. De eisende partij breidt het mandement uit met de ingevoegde stukken.1
HHM geven de eis en conclusie aan de gedaagden. Binnen twee weken na de aanzegging moeten zij erop antwoorden.

17 Hertevelt bericht krachtens de resolutie van 19 juli de ter verdediging van de IJssel aanbestede forten te hebben gecontroleerd. De forten bij het Westervoortse veer onder IJsseloord en aan het eind van "Deekens weerden" onder Doesburg bij "Stevens huis" worden beide conform het plan gebouwd. Aan het fort tussen Zutphen en Bronsbergen bij het "Boschoffs huis" 2 ontbreken nog drie à vier lagen pakwerk met rijswaardenhout en aan het fort tussen Deventer en Hattem aan de Welsumse schaardijk twee lagen. Ook verklaart Hertevelt dat het fort te Veessen Int Beentgen en het fort In de Cleybreuck langs Diepenveen niet conform de plannen worden gebouwd, zodat hij de werkmeesters heeft verboden om door te werken. Eenzelfde verbod heeft hij opgelegd aan de werkmeesters van het fort bij het veer te Wijhe, hoewel dit bijna is voltooid. De genoemde forten bij het Westervoortse veer, tussen Zutphen en Bronsbergen en het fort In de Cleybreuck langs Diepenveen zullen aan de achterkant moeten worden afgesloten door een met rijswaardenhout bedekte borstwering en aan de voorkant door een gracht. Zo zijn de forten beschermd tegen afbrokkeling door het water uit de IJssel en het binnenkomen van dieren.
HHM bedanken Hartevelt voor zijn rapport en verzoeken hem dit met Z.Exc. te bespreken. Als diens overwegingen bekend zijn, zullen zij een nader besluit nemen.

18 HHM stemmen conform het vandaag door de RvS opgestelde advies in met het op 29 juli ingediende verzoek van Johan Rodt.