08/08/1628, 5

 
English | Nederlands

5 De president bericht dat Z.Exc. uit betrouwbare bron heeft vernomen dat de vijand in de havens van Vlaanderen een zeer sterke zeevloot uitrust. Hij vraagt HHM of het niet nuttig zou zijn de twee eskaders kruisers van de Admiraliteit te Rotterdam en de Admiraliteit in Zeeland te voegen bij de voor de kust van Vlaanderen bestemde schepen. Zolang de vijand binnengaats kan worden gehouden, zou men ook het eskader van commandeur 't Lam in de buurt kunnen laten kruisen. Als de vijand uit vaart, zouden alle genoemde schepen de vijand moeten achtervolgen en vernietigen. De afgevaardigden van de Grote Visserij moeten hiervan op de hoogte worden gebracht om hun commandeur hierover te informeren.
HHM verzoeken Z.Exc. luitenant-admiraal Dorp aan te schrijven met de langs de kust onder zeil liggende schepen de havens van Vlaanderen te bezetten. Ook dient Z.Exc. - zonder de resoluties aangaande het kruisen te schaden - aan de commandeurs van door Rotterdam, Zeeland en de VOC uitgeruste eskaders te schrijven met hun schepen naar de genoemde kust te gaan om te helpen de vijand binnengaats te houden. Daarbij moeten zij zo dicht bij elkaar blijven, dat zij elkaar met het kanon of anderszins kunnen seinen wanneer de vijand uit vaart. Indien dit gebeurt, moeten zij de vijand gezamenlijk aanvallen en vernietigen. Daarna moeten de schepen zich terugtrekken naar hun bestemming. De afgevaardigden van de Grote Visserij worden hiervan op de hoogte gesteld, opdat zij hun commandeur en andere voor het konvooi van de visserij bestemde oorlogsschepen over de vijandelijke plannen kunnen berichten.
Ook verzoeken HHM Z.Exc. het aantal soldaten op de voor de kustbewaking en het kruisen bestemde oorlogsschepen te vergroten.