23/08/1628, 2

 
English | Nederlands

2 Naar aanleiding van de door de commiezen-generaal ingediende punten ter begunstiging van de inkomsten uit de konvooien en licenten laten HHM alle Admiraliteitscolleges conform hun instructie bij het vonnissen strikt de plakkaten en ordonnanties hierover naleven, met name het plakkaat uit 1598 en het zestiende artikel daarvan tegen fraudeurs. Indien dit niet gebeurt, wordt het vonnis nietig verklaard en worden de Colleges door HHM berispt. De Admiraliteiten mogen geen gratie verkiezen boven wettelijk straffen, maar moeten slechts recht spreken zoals zij conform justitie en de plakkaten en ordonnanties passend achten.
Ook verbieden HHM de Admiraliteitscolleges vrije paspoorten te verstrekken voor goederen waarover 's lands belasting moet worden betaald. Uitdrukkelijk verbieden zij de secretarissen van de Colleges dergelijke paspoorten te laten depĂȘcheren, ook al krijgen zij hiertoe opdracht van de RvS. Bij overtreding moeten zij voor straf zelf dubbel belasting betalen aan het land en de pachters.
HHM laten de Admiraliteitscolleges de eerder verstrekte binnenlandse paspoorten binnen drie maanden doen zuiveren. Voor de niet in orde gebrachte paspoorten moeten zij vervolgens meer dan het recht laten betalen, zoals zij naar omstandigheden geschikt vinden. Ook moeten degenen die de binnenlandse papoorten afgeven zich bij het zuiveren ervan strikt houden aan de in het plakkaat van 1623 hierover gestelde punten, op de daarin genoemde straf. Op grond daarvan zullen de met ordinaris beurtschepen vervoerde goederen met een attestatie mogen gaan, terwijl door alle andere schepen uitgevoerde goederen onderworpen blijven aan het plakkaat op de binnenlandse paspoorten. Conform de resolutie van 18 aug. 1627 moeten de pachters van het kwart deze paspoorten mede ondertekenen en er om fraude beter te voorkomen een klein zegeltje of teken op drukken. De naar de dorpen van de Langstraat varende schepen worden te Geertruidenberg gecontroleerd op goederen waarvoor zij geen paspoort hebben. Om er toezicht op te houden dat er door het spui geen goederen zonder licent naar de in Brabant en daarnaast gelegen dorpen worden vervoerd, wordt daar op een betere locatie een wachtschip gelegd.
Ten slotte bepalen HHM dat er slechts paarden over de Waal mogen worden vervoerd naar veren waar kantoren zijn gevestigd. De paarden mogen immers slechts naar de vijand of naar neutrale gebieden worden uitgevoerd langs de grenssteden waar kantoren aanwezig zijn, op straf van inbeslagneming bij overtreding.