02/09/1628, 5

 
English | Nederlands

5 In een memorie meldt commissaris Hoogenhouck te hebben begrepen dat HHM hun resident Aissma te Hamburg een wissel van 50.000 gld. op ontvanger Reael te Amsterdam willen laten trekken ten behoeve van Glückstadt. Hij vraagt zich echter af of dit wel nuttig is voor het land. Ten eerste hebben Aissma en de commissarissen van de koning eenzelfde bedrag eerder slecht besteed. Ten tweede zal Aissma aanspraak maken op twee procent van dit bedrag en er tevens op inhouden wat hij tegoed meent te hebben op de door Hoogenhouck in Glückstadt beheerde 125.000 pond. Volgens Aissma zou de koning van Denemarken hem immers twee procent van de subsidies hebben beloofd.
HHM laten Aissma de 50.000 gld. innen en dit gehele bedrag zonder omhaal aan de momenteel in Glückstadt aanwezige commissaris Hartman geven. Hartman moet het gehele bedrag zonder omhaal conform de door Hoogenhouck aan hem verleende instructie als wekelijkse lening aan het garnizoen aldaar verstrekken. Indien dit nodig zal zijn, moet hij het eveneens aan de verdedigingswerken besteden. Hartman blijft verantwoordelijk voor het beheer van het geld. Om te voorkomen dat hierover tussen de resident en commissaris Hartman onenigheid zal ontstaan, wordt een kopie van de brief voor Aissma aan Hartman gestuurd.