09/09/1628

 
English | Nederlands

09 - 09 - 1628

Presentielijst:

Gelderland:
Holland:
Zeeland:
Utrecht:
Friesland:
Overijssel:
Groningen:

Resoluties:

1 Frans Coopman, schipper uit Hamburg, verzoekt HHM de door de Admiraliteit opgestelde kostenraming te corrigeren. Hij voelt zich hierdoor benadeeld.
HHM verlenen de suppliant mandement van revisie in de gebruikelijke vorm, indien hij dit wil.

2 De burgemeesters, schepenen en raad van Nijmegen schrijven d.d. Nijmegen 26 aug. dat Jan van Berck, konvooimeester in hun stad sinds het openen van de licenten, Bosch' licent van de kooplieden, facteurs en burgers heeft ingevorderd over naar vijandelijke landen verzonden goederen. Voor uitvaardiging van het plakkaat van retorsie is over deze goederen echter alleen konvooi betaald, zoals de nabijgelegen steden nog steeds doen sinds het openen van de licenten. Hierdoor hebben de kooplieden, facteurs en burgers 1.671 pond teveel betaald. De supplianten verzoeken om terugbetaling van dit bedrag te regelen.
HHM vragen de Admiraliteit te Rotterdam om hierop te reageren en de konvooien en licenten door de kantoren binnen hun ressort overal op dezelfde wijze te laten heffen.

3 HHM ontvangen een brief van de gedelegeerde rechters voor het onderzoek naar de soldaten van de Admiraliteit te Rotterdam d.d. 's-Gravenhage 28 juli. Zij verklaren dat de in het op 4 juli ingediende rekest van de weduwe van Jan Calff genoemde zaak mag worden geschikt.
HHM laten de gedelegeerde rechters nader advies opstellen over de schikking. Ook moeten zij een lijst opsturen van de beschuldigingen tegen wijlen Jan Calff.

4 De Generaliteitsrekenkamer schrijft d.d. 's-Gravenhage 7 sept. dat de ontvangers-generaal van de Admiraliteitscolleges te Rotterdam, Amsterdam en in Zeeland hun rekeningen niet behoorlijk naar het kantoor van hun kamer brengen. De ontvangers te Rotterdam en Amsterdam zijn daarbij twee jaar achter en die van Zeeland drie jaar. Als excuus voeren zij aan dat de twee eerstgenoemde Colleges de afrekening met de konvooimeesters en andere zaken niet behoorlijk afhandelen. Ook ontbreekt het de ontvangers aan akten van betaalde decharges.
HHM schrijven de raden en de ontvangers van de Colleges om de openstaande rekening tot en met 1627 zo spoedig mogelijk in orde te maken. Binnen zes weken moet de rekening bij de Rekenkamer zijn ingeleverd om daar onderzocht en gesloten te worden.

5 HHM onderzoeken de declaratie van Carel van Cracou van april 1626 tot en met mei 1628 en horen het rapport van thesaurier-generaal Van Goch hierover.
HHM keuren de declaratie met de daarin gemaakte aanpassing Ă  3.548 pond 11 st. goed, waarvan ordonnantie wordt gedepĂȘcheerd. Zij zullen regelmatig acht slaan op Cracous voorschotten vanwege zijn correspondentie in Denemarken zonder daarvoor echter een vast bedrag te betalen.