9
In een memorie meldt commissaris
Hoogenhouck dat de door de provincies op te brengen twee maanden
subsidie voor de
koning van
Denemarken
niet geheel toereikend zullen zijn voor de betaling van de
wekelijkse
soldij voor
Glückstadt. De door
resident
Aissma in
Hamburg
getrokken 50.000 gld. is immers al uitgegeven. Er is nog wel een
aanzienlijke hoeveelheid van de door HHM naar Glückstadt gestuurde
levensmiddelen op voorraad. Vanwege de naderende ongunstige
omstandigheden van het winterseizoen zou het nodig zijn om de stad
voor
drie maanden van geld en vivres te voorzien.
Daarnaast vraagt Hoogenhouck of het niet nuttig is als HHM iemand zouden machtigen om in noodgevallen voldoende geld voor het onderhoud van het garnizoen op hen te trekken.
HHM laten Hoogenhouck onmiddellijk naar Glückstadt afreizen. Daarvandaan moet hij hun berichten over de toestand in de stad. Intussen schrijven HHM de provincies binnen vier of maximaal vijf weken drie maanden subsidie voor de Deense koning op te brengen, waarvoor de RvS enkele dagen eerder de decharges heeft gegeven. Dit geld wordt tot behoud van Glückstadt aangewend.