17/10/1628, 9

 
English | Nederlands

9 In een memorie meldt commissaris Hoogenhouck dat de door de provincies op te brengen twee maanden subsidie voor de koning van Denemarken niet geheel toereikend zullen zijn voor de betaling van de wekelijkse soldij voor Glückstadt. De door resident Aissma in Hamburg getrokken 50.000 gld. is immers al uitgegeven. Er is nog wel een aanzienlijke hoeveelheid van de door HHM naar Glückstadt gestuurde levensmiddelen op voorraad. Vanwege de naderende ongunstige omstandigheden van het winterseizoen zou het nodig zijn om de stad voor drie maanden van geld en vivres te voorzien.
Daarnaast vraagt Hoogenhouck of het niet nuttig is als HHM iemand zouden machtigen om in noodgevallen voldoende geld voor het onderhoud van het garnizoen op hen te trekken.
HHM laten Hoogenhouck onmiddellijk naar Glückstadt afreizen. Daarvandaan moet hij hun berichten over de toestand in de stad. Intussen schrijven HHM de provincies binnen vier of maximaal vijf weken drie maanden subsidie voor de Deense koning op te brengen, waarvoor de RvS enkele dagen eerder de decharges heeft gegeven. Dit geld wordt tot behoud van Glückstadt aangewend.