28/10/1628

 
English | Nederlands

28 - 10 - 1628

Presentielijst:

Gelderland:
Holland:
Zeeland:
Utrecht:
Friesland:
Overijssel:
Groningen:

Resoluties:

1 In een memorie verzoekt de op het schip en jacht van Z.Exc. dienende kapitein Gysbert van Heerdt de betaling te regelen van zijn schuld van ongeveer 11.000 gld. Hij krijgt dit immers niet van de Admiraliteit te Rotterdam , waaraan hij is verbonden.
HHM vragen ontvanger-generaal Doublet een nauwkeurig overzicht van de door de provincies betaalde bijdragen in de 100.000 gld. voor de kapiteins op de binnenwateren in aftrek van het tweede miljoen. Dit gezien hebbende zal er nader op betaling worden aangedrongen bij de in gebreke blijvende provincies. Ook zullen HHM de ontvanger van het genoemde College maandag ontbieden om met hem te bespreken of de kapitein niet een deel van zijn achterstallige betaling zou kunnen krijgen.

2 Mr. Willem Martini schrijft d.d. 's-Gravenhage 28 okt. vanwege zijn hoge leeftijd zijn functies als president en ordinaris raadsheer in de Raad van Brabant aan HHM over te dragen. Hij verzoekt niettemin de rest van zijn leven zijn gage en traktementen hiervoor te mogen ontvangen.
Vanwege Martini's lange staat van dienst stemmen HHM in met zijn verzoek.
De president en andere raden van Brabant schrijven d.d. 's-Gravenhage 27 okt. vanwege het vertrek van Martini drie personen te hebben genomineerd als ordinaris raadsheer, uit wie HHM een keuze kunnen maken: mr. Augustyn Baccart, mr. David de Ruiter en mr. Troijlus van Damme. Deze zijn bereid zonder gage te dienen totdat er een ordinaris plaats in de Raad beschikbaar is. Daarnaast verzoeken de raden om mr. Jacques van Aerssens als president aan te stellen in plaats van Martini.
HHM depêcheren commissie in de gebruikelijke vorm voor de oudste raad Jacques van Aerssens als president. Hiervoor ontvangt hij echter geen gage of traktement zolang Martini nog leeft. HHM verkiezen Baccart en De Ruiter als ordinaris raadsheren. Voor hen wordt commissie in de gebruikelijke vorm gedepêcheerd, maar zij krijgen de helft van de gage als er een tweede plaats en de gehele gage als er een derde plaats vrijkomt.

3 Essen, als plaatsvervanger van Feit, en Van der Dussen berichten met Bas en Ploos conform eerdere opdracht van HHM een bespreking te hebben gehad met de afgevaardigden van de stad Emden en van de boerenstand. Zij hebben Z.Exc. hierover ingelicht en deze heeft hen hedenmorgen met de andere afgevaardigden van alle provincies bij hem boven ontboden. Gezamenlijk hebben zij het verzoek van die van Emden besproken en besloten hoe men hen in de huidige omstandigheden tegemoet dient te treden. Aangezien dit belangrijke zaken betreft, waarvoor geheimhouding noodzakelijk is, vragen Essen en Van der Dussen of zij dit besluit in de volle vergadering moeten bekendmaken of dat zij gemachtigd worden het besluit aan de afgezanten van Emden en de boerenstand te openbaren.
HHM laten de afgevaardigden met Duyck, Beaumondt, Eisinga, Marten Albertsz. en Schaffer de in aanwezigheid van Z.Exc. en de gedeputeerden van de provincies opgestelde resolutie bekendmaken aan die van Emden en de boerenstand en hen wegsturen. Hierover mogen zij niet nader berichten in de vergadering.

4 De Directie van de Levantse Handel informeert HHM over een brief van Lambertus Verhaer d.d. Tunis 3 sept. Verhaer vraagt daarin om de volgende punten:
I Naar huis te worden teruggeroepen.
II Betaling van zijn achterstallige geld.
III Betaling van een Turk van wie Pynaecker geld van een wissel heeft ontvangen, waarvoor Verhaer zich borg heeft gesteld.
HHM zullen de commissie en alle relevante resoluties hierover opzoeken om te onderzoeken wie het traktement van Verhaer moet betalen.

5 In een anonieme memorie wordt bericht dat men op een redelijke manier en zonder kosten voor het land kan achterhalen welke mensen het land binnenkomen, doortrekken en verlaten, waar zij alle nachten hebben gelogeerd, en met welke paarden, wagens, schuiten of schepen zij zich hebben verplaatst.
HHM laten Beaumont met de onbekende persoon spreken - indien deze zich wil bekendmaken - en daarover berichten.

6 In een rekest meldt Giel Janssen van Lanckbrouck uit Breberen in het ambt Millen in Gulik door commissaris Rensem in Emmerik in de gevangenis te worden gehouden. Dit onder voorwendsel dat hij voor zijn bastaardbroer Goort Jansz. 100 rijksdaalder moet betalen. Aangezien hij voor deze broer geen borg is, verzoekt de suppliant HHM om Rensen te gelasten hem vrij te laten als hij voor zichzelf heeft betaald.
HHM geven het rekest voor advies aan de RvS.

7 De afgevaardigden van de Admiraliteit te Rotterdam compareren. Zij vragen om financiële bijstand voor betaling van de afgedankte pleiten, aangezien zij geen geld meer hebben en de Gecommitteerde Raden van Holland niet willen dat het Holland se geld voor de betaling van de kapiteins en matrozen op de binnenwateren daartoe wordt aangewend.
HHM ontbieden ontvanger Johan van IJck aanstaande maandag om met hem te bespreken waarvan de aanzienlijke schuld aan de pleiten en kapitein Heert kan worden betaald.

8 Na resumptie van het op 5 sept. ingediende rekest van controleur Johan van Lint en erover te zijn bericht door de Admiraliteit te Amsterdam stemmen HHM in met de verhoging van diens gage met 100 gld. per jaar. Zij gelasten ontvanger Hoeffijser hem dit te betalen of bij het uitgeven van zijn rekening toe te kennen.

9 In aanwezigheid van Z.Exc. en de RvS bespreken HHM of hun gezanten in Frankrijk zouden moeten worden teruggeroepen of dat zij daar nog enige tijd moeten blijven. Ook bespreken zij hun nadere last aangaande het woord "agreatie", de geschilpunten van de benaming van de "vrienden en bondgenoten" en de kwestie van de tegenhulp.
De heren van Holland willen deze punten eerst uitvoeriger bespreken, zodat de kwestie hierbij wordt gelaten.

10 HHM lezen de op 25 en 27 okt. opgestelde adviezen van de RvS over de rekesten van kolonel Guilliaeme van Levin de Famars en luitenant-kolonel Asteleij. Indien HHM willen vasthouden aan hun besluit van 14 juni, dan meent de Raad dat zij deze verzoeken vanwege de gevolgen moeten afwijzen.
Na de goede mondelinge overwegingen van Z.Exc. te hebben gehoord, schorten HHM een besluit over deze rekesten op. Zij vragen de Raad om zijn adviezen met deze overwegingen van de stadhouder te resumeren en te overwegen.