16
Walta en thesaurier-generaal
Van
Goch compareren. Zij berichten dat de
fiscaal in hun aanwezigheid
Philippe de la Mangerye heeft
verhoord. Deze soldaat van de compagnie van kapitein
Saldaigne heeft zich is in
Frankrijk vaandrager van het regiment van
D'Estuyaux genoemd. De la
Mangerye is verhoord
omdat hij in die hoedanigheid tegen enkele heren in
Parijs
en tegen de
koning in het leger
voor
La Rochelle heeft gezegd te zijn gezonden door
alle
Franse officieren in staatse dienst. Hij zou hun hebben bericht dat
de
graaf van Laval met achttien
kaperschepen uit
Zeeland was weggevaren om met de
Engelse vloot
La Rochelle te helpen. De gevangene
ontkent dit echter te hebben gezegd.
Conform de resolutie van HHM hebben Walta en Van Goch ambassadeur
De Beaugy gevraagd om het verhoor zelf bij te wonen of daartoe in
ieder geval iemand te sturen. De ambassadeur heeft dit echter
geweigerd
en gezegd alles toe te vertrouwen aan de heren Staten. Na het
verhoor
hebben zij de ambassadeur op de hoogte gebracht van de verklaring
van
de gevangene. Daarnaast hebben zij hem voorgesteld om de gevangen
soldaat in zijn logement te laten verblijven zodat hij afzonderlijk
nader door de ambassadeur kan worden ondervraagd. Ook dit heeft
De
Beaugy geweigerd met de verklaring erop te vertrouwen dat de
soldaat niets anders
zou
zeggen dan hij nu al heeft gedaan. Hij zal een kopie van de
verklaring aan zijn koning sturen.
HHM zullen hun ambassadeurs in Frankrijk hierover berichten en hun een kopie van de verklaring sturen, opdat deze informatie in het grootste voordeel van de staat kan worden aangewend. De soldaat blijft zonder voortzetting van zijn zaak in hechtenis totdat er een antwoord van de ambassadeurs is gekomen.