12/11/1628

 
English | Nederlands

12 - 11 - 1628

Presentielijst:

Gelderland:
Holland:
Zeeland:
Utrecht:
Friesland:
Overijssel:
Groningen:

Resoluties:

1 Otto de Gent en d'Oyen, heer van Dyden, verzoekt d.d. Emmerik [Emmerich] 5 nov. te worden gemachtigd om de inkomsten van de licenten en het hoorngeld van de Brandenburgse ontvanger te mogen invorderen. Dit ten behoeve van het onderhoud van de compagnie ruiters van Soppenbroeck.
Johannes Retzer bericht d.d. Emmerik 3 nov. de volgende punten:
I Hij is begonnen met de executie van de geestelijke goederen in het Land van Kleef en heeft reeds twee kanunniken uit Xanten laten halen om geld te krijgen voor betaling aan het leger.
II Ontvanger Onckel heeft veel geld ontvangen, maar heeft dit niet aan het leger uitgegeven.
III De Kleefse regering heeft de rekening van ontvanger Onckel goedgekeurd, hoewel de rekenmeesters van de keurvorst deze uiterst verwarrend vonden.
IV De heer van Gent heeft verzocht buskruit, lonten en andere munitie naar het graafschap Mark te sturen.
Ten slotte stelt Retzer voor om in Emmerik, Rees, Gennep en Ravenstein gemene middelen te heffen.
HHM laten Essen, Noortwyck, Veltdriel en thesaurier-generaal Van Goch de retroacta over de relatie tussen de Republiek en de Kleefse regering nakijken. Als deze heren hierover rapport hebben uitgebracht, nemen HHM een nader besluit.

2 Bruininxs brengt een brief ter sprake van de burgemeesters van Enkhuizen d.d. Enkhuizen 10 november. Hierin vragen deze - indien mogelijk in overleg met de ambassadeur of de agent van de koning van Groot-Brittanniƫ - te verklaren of haring ook valt onder het in oktober door de Engelse koning uitgevaardigde uitvoerverbod van levensmiddelen naar Frankrijk. Indien dit zo is, willen zij weten wat daartegen het beste kan worden gedaan.
HHM kunnen hier geen opheldering geven over het koninklijke plakkaat. Zij zullen echter hun ambassadeurs in Engeland schrijven om bij de koning te blijven aandringen het plakkaat in te trekken voor zover het van toepassing is op inwoners van de Republiek of in ieder geval te verklaren dat met het woord "vivres" geen haring wordt bedoeld. HHM laten Bruninxs met Z.Exc. bespreken om de in Enkhuizen gelegen schepen met haring door een sterk konvooi naar Frankrijk te doen begeleiden. Zij gelasten de kapiteins van deze konvooiers de Nederlandse koopvaarders tegen iedereen - zonder uitzondering - te verdedigen. Desgewenst kunnen ook de kooplieden op Frankrijk brieven aan de staatse gezanten aldaar krijgen.