22/11/1628, 11

 
English | Nederlands

11 Schotte compareert met de thesaurier-generaal en de ontvanger-generaal. Zij berichten dat de RvS in toenemende mate wordt bezocht door en namens aannemers van de fortificatiewerken die om betaling van hun schulden vragen. Het zal niet langer mogelijk zijn de zaken onder controle te houden, tenzij HHM spoedig deze betaling regelen. Van de afzonderlijke provincies komt er voor deze werken immers geen geld binnen op het kantoor van de ontvanger, aangezien deze het besteden aan logiesgeld en andere zaken.
HHM zullen de eerder hierover begonnen besprekingen hervatten en een manier bedenken om een aanzienlijk bedrag te vinden voor de betaling van de genoemde aannemers. Naast enkele raden van State en de thesaurier hebben zij hiertoe Eck, Noortwyck, Bas, Ploos, Eysinga en Schaffer aangewezen.