11
Schotte compareert met de
thesaurier-generaal en de
ontvanger-generaal. Zij berichten dat de RvS in
toenemende mate wordt bezocht door en namens aannemers van de
fortificatiewerken die om betaling van hun schulden vragen.
Het zal niet langer mogelijk zijn de zaken onder controle te
houden,
tenzij HHM spoedig deze betaling regelen. Van de afzonderlijke
provincies
komt er voor deze werken immers geen geld binnen op het kantoor van
de
ontvanger, aangezien deze het besteden aan
logiesgeld en
andere
zaken.
HHM zullen de eerder hierover begonnen besprekingen hervatten en een manier bedenken om een aanzienlijk bedrag te vinden voor de betaling van de genoemde aannemers. Naast enkele raden van State en de thesaurier hebben zij hiertoe
Eck,
Noortwyck,
Bas,
Ploos,
Eysinga
en
Schaffer aangewezen.