25/11/1628, 13

 
English | Nederlands

13 Carel van Gelder compareert en doet een verklaring over de Nederlandse kooplieden die op 20 nov. voorschrijven aan de grootvorst van Moskovië hebben gekregen om van hem toestemming te krijgen voor de uitvoer van koren naar de Republiek. Deze hebben met andere kooplieden besproken om gezamenlijk als compagnie op de uitvoer aan te dringen, maar zijn het niet eens geworden. Van Gelder verzoekt HHM hun autoriteit te gebruiken en te regelen dat er tijdelijk één persoon in hun naam en op kosten van de kooplieden wordt afgevaardigd. Dit zodat de inwoners van Moskovië - indien wordt ingestemd met de uitvoer - in april 1629 kunnen gebruikmaken van het zaaiseizoen om het gewas de daaropvolgende herfst naar de Republiek te doen brengen.
De heren van Holland zullen dit verzoek met hun lastgevers bespreken. Tot nader orde zullen HHM het toegezegde voorschrijven niet verstrekken.