13
Carel van Gelder compareert en doet een verklaring over de Nederlandse
kooplieden die op 20
nov. voorschrijven aan de
grootvorst van Moskovië hebben
gekregen om van hem
toestemming te krijgen voor de uitvoer van koren naar de Republiek.
Deze hebben met
andere kooplieden besproken om gezamenlijk als compagnie op de
uitvoer aan te
dringen, maar zijn het niet eens geworden. Van Gelder verzoekt HHM
hun
autoriteit te gebruiken en te regelen dat er tijdelijk één
persoon in
hun naam en op kosten van de kooplieden wordt afgevaardigd. Dit
zodat
de inwoners van
Moskovië - indien wordt ingestemd
met
de uitvoer - in april 1629 kunnen gebruikmaken van het zaaiseizoen
om
het
gewas de daaropvolgende herfst naar de Republiek te doen
brengen.
De heren van
Holland zullen dit verzoek met hun
lastgevers
bespreken. Tot nader orde zullen HHM
het toegezegde voorschrijven niet verstrekken.