11 - 12 - 1628

Presentielijst:

Resoluties:

1 HHM geven de memorie van Abraham van Tongerlo, die enkele overwegingen naar voren brengt inzake de kamer van assurantie, voor onderzoek aan de gecommitteerden die hierover besprekingen voeren. Zij dienen de belangrijkste punten eruit te halen en hierover te rapporteren.

2 HHM lezen het verzoek van de voerlieden van Gelderland, die nog 13.000 gld. tegoed hebben, voor wagen- en andere diensten te velde in het jaar 1626 en 1627. Zij verzoeken HHM de ontvanger-generaal te machtigen om de supplianten ten laste van de Generaliteit een obligatie zonder rente te geven. Worden zij binnen twee maanden niet betaald, dan mogen zij rente gaan trekken totdat zij volledig betaald zijn.
HHM winnen hierover het advies van de RvS in.

3 Agent Brederode schrijft d.d. Bazel 8 nov. dat Antonius Legerius, predikant voor orateur Haga, op een gage van 600 gld. per jaar naar Constantinopel [Istanbul] is vertrokken op voorwaarde dat hem daarbovenop reisgeld betaald wordt. Ten tweede meldt Brederode dat hij voor de terugbetaling van de 300 rijksdaalder die hij heeft gespendeerd aan de uitrusting van de predikant een wissel ten laste van HHM heeft getrokken. Ten derde vraagt hij of de boeken van de predikant ten laste van het land of van de predikant moeten komen. Ten vierde verzoekt hij HHM het eerbiedwaardige Ministerium te Genève dat bij de beroeping van de predikant naar Constantinopel heeft bemiddeld, een bedankbriefje te sturen.
HHM geven de brief aan thesaurier-generaal Van Goch om deze op de punten van de wisselbrief en de bibliotheek nader te onderzoeken en hierover te rapporteren. Verder zal de agent geschreven worden om het Ministerium te Genève voor zijn moeite namens HHM te bedanken.

4 Wemmer van Berchem, vice-admiraal over het eskader van de Admiraliteit te Amsterdam , verzoekt HHM om de raden in dit College te ordonneren hem het schip Prins Hendrick, bestemd voor de bezetting van de kust van Vlaanderen, te laten volgen om dienst te doen. Daarvoor in de plaats zou het schip Gelderlant gesteld kunnen worden, waarmee hij op zee was.
Alvorens te beslissen winnen HHM het advies in van de aanwezige gedeputeerden ter Admiraliteit.

5 Johannes Schultetus, resident van de koning van Denemarken, verzoekt in een memorie om de uitvoering van de resoluties van HHM in de zaak tussen Brasser en secretaris Gunter d.d. 25 aug., 8 en 12 september. Ten tweede verzoekt hij HHM de vrije uitvoer naar Glückstadt toe te staan van vijftienhonderd soldatenuniformen en driehonderd centenaar buskruit voor de koning door Herman Bosch, conform de toezegging aan ambassadeur Rosenkrantzen in antwoord op diens in juli ingediende propositie.
HHM wachten het antwoord af van Brasser op het hem op 9 dec. ter hand gestelde antwoord van Schultetus. De uitvoer van de soldatenuniformen en het buskruit wordt toegestaan, tegen betaling van een kwart van de konvooien ten behoeve van de pachters en op voorwaarde dat voldoende borg wordt gesteld. Binnen twee maanden moet het bewijs geleverd worden dat de goederen naar Glückstadt zijn gebracht.

6 Judith en Johanne Agileus klagen over het proces dat door deurwaarder Splinter Gerridtsz. van Voorn uit 's-Hertogenbosch tegen hen wordt gevoerd. Zij verzoeken HHM hem, wanneer hij op het platteland komt, te arresteren en naar de staatse garnizoenen te brengen, om aldaar terecht te staan.
Dit verzoek gaat naar de RvS voor een besluit.

7 HHM depêcheren op het verzoek van Harman Crayvanger ordonnantie van 150 gld., als voorschot op de 300 gld. die de suppliant tijdens de zaak van Amboina [Ambon] voor zijn levensonderhoud jaarlijks ontving. Het bedrag zal daarop in mindering worden gebracht.

8 HHM laten Kelffken en Bruninxs met Abraham Speeck spreken over diens nieuwe uitvinding van vuurwerken, die hij zegt te hebben uitgetest. Zij moeten hun bevindingen rapporteren.