13/12/1628, 20

 
English | Nederlands

20 De RvS adviseert d.d. d.d. 9 dec. op het verzoek van verschillende werkmeesters die aandringen op een obligatie van de ontvanger-generaal voor de ordonnanties die zij voor de door hen gemaakte werken van de RvS hebben gekregen. Het advies luidt dat het verlenen van deze obligaties zeer schadelijk is voor het land. De provincies die hierdoor een tijd van de klachten van deze lieden bevrijd zijn, zullen het jaarlijks verzochte geld voor de fortificatiewerken steeds trager opbrengen. Dit blijkt uit de obligaties die eerder op order van HHM zijn gegeven. Daarbij komt dat de werkmeesters die dergelijke obligaties hebben gekregen, daarmee niet geholpen zijn. Ze zien zich vaak genoodzaakt deze met groot verlies aan anderen te verkopen om de beschikking over contanten te krijgen. De kopers dringen indien de tijd van aflossing is aangebroken, verlekkerd door de hoge winsten, zeer sterk aan op restitutie van hun geld. Wanneer dat niet dadelijk gebeurt, zal het krediet van de Generaliteit aanzienlijk worden verzwakt. Als deze lieden bovendien ontdekken dat de opkoop van dergelijke obligaties tien, twaalf of meer procent kan opleveren, zal niemand zijn geld meer tegen de penning zestien ten kantore willen beleggen. Daarmee zullen dan alle middelen om geld op te nemen vervallen of het land zal tot tijdige aflossing en tot betaling van een hogere rente worden gedwongen. Het is daarom beter dat de provincies die nog consenten voor fortificaties en legerlasten verschuldigd zijn, worden overreed om deze zo spoedig mogelijk ten kantore van de ontvanger-generaal te verschaffen, om zo de grieven van de aannemers en anderen weg te nemen, de renten op de vorige voet te handhaven en het krediet van het land op peil te houden. Daarnaast beveelt de RvS de aflossing aan van de op 1 jan. aan de ontvanger-generaal gegeven obligaties van circa 266.000 gld. ter afbetaling van de laatst gerepartieerde ruiters en het regiment van Candale. Dit bedrag zou na zes maanden worden afgelost maar zal op 1 jan. 1629 al een heel jaar hebben gelopen. De provincies die in gebreke blijven moeten conform de staat die de ontvanger-generaal onlangs nog aan HHM heeft overgeleverd vermaand worden, om het geld daarvan voor het aflopen van dit jaar ten kantore te verschaffen.
Deze zaak wordt in beraad gehouden.