29/12/1628, 12

 
English | Nederlands

12 Tijdens de vergadering compareren De Rovre en Hertevelt, raden van State. Zij rapporteren dat het merendeel van de dorpen ressorterend onder Antwerpen in navolging van alle andere dorpen, met ontvanger Bergaigne die daartoe is gemachtigd, ten overstaan van hem, De Rovre, regelingen hebben getroffen conform de lijst die daarvan wordt overlegd, over de fortificatiegelden die de dorpen schuldig zijn van 9 april 1621 tot 9 april 1627. Jaarlijks bedragen deze tussen de 23.000 en 24.000 gld. De RvS is nalatig geweest deze op te eisen en in te vorderen. De dorpen van de kwartieren Herentals, Geel en Mechelen hebben dit geweigerd, zich daarbij baserend op een verbod van 4 nov. in een brief namens de hertogin van Brabant aan hen. Hierdoor zijn de vrijwillige dorpen in navolging van de andere dorpen overeengekomen niet te zullen betalen. De Rovre en Hertevelt geven HHM in beraad de onwillige dorpen met gepaste middelen van executie te dwingen tot het opbrengen van hun achterstallen of tenminste een overeenkomst naar evenredigheid te treffen naast de vrijwillige dorpen.
Er wordt geen resolutie genomen.