30/12/1628, 3

 
English | Nederlands

3 HHM lezen de remonstrantie van Gysbert Dimmer, drossaard van de stad en landen van Steenbergen. Hij heeft op commissie van Z.Exc. als heer en baron van Steenbergen meer dan twee jaar geleden de eed afgelegd en het ambt uitgeoefend, gesteund door de resolutie van HHM d.d. 18 maart 1627 dat, indien nodig, hij in zijn ambt bevestigd zou worden. De remonstrantie houdt in dat de Raad van Brabant zich heeft verstout zijn procureur verschillende processen te laten starten, om uiteindelijk door middel van een pretense sententie d.d. 15 okt. te verklaren dat de commissie van Dimmer en genoemde resolutie van HHM vals en verdraaid zijn. Op grond daarvan acht hij de suppliant ongekwalificeerd om het ambt te bedienen met daarbij het verbod en een straf in het vooruitzicht als hij zich daarmee blijft bemoeien. Deze Raad heeft bij een ander onjuist vonnis in dato als voren de magistraat en alle anderen in het algemeen en particulier de genoemde steden en landen verboden de suppliant aan te nemen of te erkennen als drossaard van deze steden en landen. Daarnaast zijn door de Raad van Brabant nog verschillende andere pretense gerechtelijke en buitengerechtelijke ongefundeerde acties tegen de suppliant ondernomen.
Na beraad verklaren HHM de procedures die door de procureur-generaal voor de Raad van Brabant tegen de suppliant reeds zijn of nog worden ondernomen voor nietig, met name de twee pretense vonnissen van 15 okt. en verder alle andere door hem gepleegde gerechtelijke en buitengerechtelijke acties betreffende de commissie van de suppliant en de uitoefening door hem van dit ambt met alles wat daartoe behoort. Ze verzoeken en machtigen Z.Exc. de suppliant in zijn commissie te handhaven en te doen handhaven tegenover een ieder die hem daarin schaadt of hem de uitoefening van zijn ambt wil verhinderen. Ze bevelen iedereen om de suppliant als drossaard van de stad en de landen van Steenbergen te erkennen, hem te respecteren en te gehoorzamen. Rode heeft als mede-gedeputeerde van Utrecht verklaard dat alvorens te beslissen in deze zaak, de tegenpartij moet worden gehoord.