12 - 01 - 1629

Presentielijst:

Resoluties:

1 Leendert Engelsz. Botman brengt het nieuws dat admiraal Pieter Heijn met zijn schepen voor het Goereese Gat aangekomen is. Botman ontvangt hiervoor 100 gld., waarop ordonnantie wordt gedepêcheerd.

2 HHM lezen de missive van de gezanten in Frankrijk d.d. Parijs 30 dec. 1628, met een ingevoegde memorie die op 24 dec. 1628 is getoond aan ene De Chasteauneuf over hetgeen HHM en de inwoners van de Republiek van de koning van Frankrijk rechtens toekomt.
HHM nemen hierover geen besluit.

3 Eck deelt HHM mee dat Soranzo, de alhier residerende ambassadeur van Venetië, heeft gevraagd om uit het uit Venetië aangekomen schip van schipper Cornelis Pietersz., drie aan hem geadresseerde pakken en een kastje met drie stukken machaier te mogen lossen zonder betaling van konvooien.
De ambassadeur hoeft slechts een vierde van het verschuldigde konvooi te betalen.

4 HHM kennen de graaf van Carlisle bij zijn ontslag als ambassadeur de som van 8.000 gld. toe die hij naar eigen goeddunken mag besteden, als erkentelijkheid voor de goede diensten die hij heeft bewezen als commissaris van de koning van Groot-Brittannië bij het afsluiten van het traktaat van Southampton in 1625. Noortwyck en Eysinga worden gecommitteerd om de graaf van Carlisle dit bekend te maken.

5 HHM resumeren de resolutie van HHM d.d. 27 dec. 1628 over de invordering van de 650.000 gld. die op obligatie aan de graaf van Mansfeld op verzoek van de koning van Groot-Brittannië is geleend, alsmede over het geld dat aan de vier regimenten is verstrekt.
Ambassadeur Joachimi moet er in Engeland voor ijveren dat de geleende sommen worden terugbetaald. Indien Engeland daartoe bereid lijkt, moet hij Z.Exc. daarvan zo snel mogelijk op de hoogte brengen. Z.Exc. wordt gemachtigd om samen met enkele gedeputeerden van HHM hierover te besluiten.

6 Willem Jansz., korporaal in de compagnie van ritmeester Lindener is er eerder van beschuldigd de bode die hem in Groenlo een appointement van HHM kwam aanzeggen, met getrokken degen te hebben bedreigd en achterna te hebben gezeten. Hij is over het voorval in de gevangenis gehoord door fiscaal Sille. Hij heeft vervolgens een schriftelijke verklaring van de burgemeester, schepenen en raad van Groenlo voorgelegd.
HHM ontslaan Willem Jansz. uit de gevangenis, op handslag en de belofte zich ter beschikking te houden. HHM verlenen de daarvoor bestemde akte.

7 HHM blijven bij de resolutie die gisteren is genomen op het verzoek van Henrick Cannaerts, adelborst in de garde van Z.Exc.

8 HHM lezen het rekest van de inwoners van Oorderen en Oordam, gelegen in het kwartier van Hoogstraten, beide onder contributie van HHM. Zij verzoeken hun oogst alsmede allerlei andere goederen in eigen schuiten vrij van en naar de steden aan weerszijden van de grens te mogen varen.
HHM sturen het verzoek voor onderzoek en advies naar de RvS.

9 HHM verlenen Johan Christoff van Bergh, voormalig stadhouder van de koning van Bohemen in de Moravische erflanden, een octrooi van vijftien jaar op de gebruikelijke voorwaarden voor een door hem ontworpen geheel nieuw type molen, aangedreven door het omlopende stille water, zoals de wateren hier te lande van nature zijn.

10 Jacob Jansz. van Noij en Cornelis van Neck c.s. vragen HHM toestemming om door Symon en Jacob Heddingssen, schippers uit Hoorn, twee de supplianten en hun medereders door de Duinkerkers afgenomen schepen in Duinkerke te laten terugkopen en terugbrengen. Het ene schip heet de Oosthuyser Kerck, het ander De Hoope.
HHM zullen eerst de resoluties in soortgelijke zaken nazien.

111 HHM resumeren de resoluties d.d. 14 aug. 1627 en 9 maart 1628 op de declaraties van dr. Pijnacker en ze horen het rapport van de gecommitteerden in deze zaak.
HHM zijn van mening dat de declarant genoegen moet nemen met de eerste zeven punten van de resolutie d.d. 9 maart 1628. Alleen in het achtste en het tiende punt worden wijzigingen aangebracht. Op het achtste punt zal hij bovenop de reeds toegekende acht maanden traktement nog vijf en een halve maand à 300 gld. per maand ontvangen, dus 1.650 gld. Daarnaast worden de 10 realen uit het tiende punt alsnog toegekend aan de declarant. De 610 realen die hij nog wenst te ontvangen voor de 61 Nederlanders die hij naar eigen zeggen vrijgekocht heeft boven de in de declaratie toegekende 85 personen, worden hem geweigerd. HHM besluiten Pijnacker daarbovenop 36 gld. terug te betalen aan briefport en 900 gld. voor de getrooste moeite en het tijdverlies sedert zijn terugkomst in de Republiek.
Alles samen gerekend ontvangt de declarant nu 2.685 gld. bovenop de 14.986 gld. 8 st. die hem in de resolutie van 9 maart 1628 was toegekend. De uitbetaling van het totaalbedrag, te weten 17.671 gld. 8 st., onder aftrek van de reeds van de Admiraliteit te Amsterdam of de Directeurs van de Levantse Handel ontvangen gelden, dragen HHM op aan de Admiraliteit te Amsterdam, die daarvoor haar lastgelden moet aanspreken.
Voor het vrijkopen van 27 Fransen voert Pijnacker een bedrag van 7.294 realen van achten op, maar de uitgaven worden niet met de signatuur van de agent bekrachtigd, zoals hem was opgedragen. Wel ontvangt hij voor het rantsoen 3.927½ realen van achten en 100 realen aan geld voor eten en drinken. Zij onthouden hem dus 45 realen per persoon totdat hij zijn uitgaven in deze voldoende bewezen heeft. De overige punten betreffende kleding, quarantaine en reisgeld worden afgewezen. De 4.027½ realen zullen door de ontvanger-generaal worden betaald, onder aftrek van het reeds betaalde.

12 Eck stelt voor God in de kerken te laten danken en in de grensgebieden kanonnen af te laten vuren voor de overwinning van admiraal Pieter Heyn op de Spaanse zilvervloot in West-Indië. Heijn is met het merendeel van zijn vloot teruggekeerd.
Een beslissing wordt opgeschort.

13 De graaf van Carlisle, ridder Ro en agent Carlaton compareren en kondigen aan dat zij terugkeren naar Engeland. Zij bieden aan het belang van de Republiek bij de koning van Groot-Brittannië te behartigen.
HHM bedanken hen hiervoor en wensen hun een goede reis.