3
De gedeputeerden van de
Kleine Visserij
van de
Maas compareren en zetten uiteen dat zij in oktober 1628 bij
resolutie van HHM vier oorlogsschepen van de
Admiraliteit te Rotterdam
ter konvooiering
toegewezen hebben gekregen. De Admiraliteit heeft echter maar twee
schepen in gereedheid gebracht en weigert ondanks alle verzoeken de
twee overige ter beschikking te stellen. De supplianten vragen HHM
te
regelen dat dit alsnog gebeurt, aangezien de vijand bijzonder
actief is
op zee. Zij stellen voor om de schepen van
Roomer en
Marten
Crijnen daarvoor
aan te
wijzen.
HHM schrijven aan de Admiraliteit te Rotterdam dat zij onmiddellijk twee schepen ter beschikking moet stellen uit de konvooischepen die nu klaarliggen.