23 - 02 - 1629

Presentielijst:

Resoluties:

1 Stadhouder graaf Ernst Casimir van Nassau beveelt d.d. Leeuwarden 1/11 feb. Titus Brederode uit Bolsward aan voor een benoeming als kapitein over een compagnie infanteristen.
HHM nemen geen besluit.

2 De gedeputeerden van Holland delen mee dat zij conform de resolutie van HHM d.d. 27 jan. geprobeerd hebben het stadsbestuur van Amsterdam ertoe te brengen om het bedrag van 55.993 gld. 4 st. 8 d. dat zij op verschillende tijdstippen op rente geleend hebben voor het gezantschap van de Republiek aan de koning van Zweden en de koning van Polen, nog open te laten staan. Het stadsbestuur kon daarin niet toestemmen en verzocht om de terugbetaling van het genoemde bedrag en de 3.318 gld. 12 st. 8 p. aan rente.
HHM dragen de RvS op ordonnantie te verlenen op ontvanger-generaal Doublet van het verschuldigde bedrag en de rente.

3 HHM lezen het rekest van Baudewyn de Man c.s., die mandement van revisie geïmpetreerd hebben, vervolgens niet binnen de behoorlijke tijd verder hebben geprocedeerd en nu brieven voor een civiel rekest nodig hebben, gericht aan de Admiraliteit te Rotterdam , om ontheven te worden van de het onbevoegd appèl, de vervolging en alles wat daarmee samenhangt.
HHM vragen advies aan de genoemde Admiraliteit.

4 Cornelis Pietersz. Biens, burger uit Enkhuizen, krijgt om de in zijn rekest genoemde redenen een octrooi van tien jaar om met uitsluiting van anderen het door hem uitgevonden "Astrolabium horisontale" te maken en te verkopen, op voorwaarde dat dit instrument niet eerder binnen de Nederlanden is gemaakt en gebruikt.

5 Ambassadeur Languerack schrijft d.d. Parijs 11 februari.
Er wordt geen resolutie genomen.

6 Om kennis te hebben van het aantal oorlogsschepen dat momenteel onder de vlag voor de kust van Vlaanderen ligt en in Het Kanaal kruist en van het bedrag dat elke Admiraliteit uit het tweede miljoen ontvangen heeft, worden de Admiraliteit te Rotterdam , te Amsterdam , in het Noorderkwartier en Zeeland aangeschreven zo snel mogelijk een nauwkeurige lijst op te sturen van hun schepen die op wacht liggen voor de kust van Vlaanderen en die in het Kanaal kruisen. Daarnaast moeten ze een staat opmaken van het geld dat ze ontvangen hebben uit het tweede miljoen. De ontvanger-generaal wordt in de vergadering ontboden om mee te delen wat hij aan geld of assignaties aan elk van de Admiraliteiten gegeven heeft, om een duidelijker beeld te krijgen.

7 HHM lezen de memorie van Jan Symonsz. Muijen, zaakgelastigde van Lopes, in verband met de teruggave van de vier kanonnen die door de officieren van de Admiraliteit te Amsterdam op Texel in beslag zijn genomen. Kapitein Emanuel wilde deze zonder paspoort uitvoeren voor de koning van Frankrijk.
Conform de resolutie d.d. 19 feb. besluiten HHM de betrokken Admiraliteit aan te schrijven de kanonnen terug te geven aan Lopes of zijn zaakgelastigde.

8 Brunincx en Beaumont brengen rapport uit over hun onderzoek naar de brief van de Admiraliteit te Amsterdam d.d. 15 feb. op de missive van HHM d.d. 7 feb., aangaande het ontslag van Frans Gijsbrechsz. na het overlijden van Willem Ridder, commies ter recherche in 's-Gravenwaard, die hij jarenlang assisteerde. De gecommitteerden hebben de commissie van de genoemde Gysbrechsz. d.d. 16 dec. 1616 nagekeken, waarop hij is aangenomen als commies ter recherche in Rees met een promotie in het vooruitzicht als hij zijn werk goed deed. Als gevolg daarvan is hij op 27 aug. 1619 door de genoemde Admiraliteit naast de genoemde Ridder aangesteld. Op 6 okt. 1621 werd zijn jaarlijks traktement met 100 gld. verhoogd. Na de dood van Ridder heeft hij deze functie nog vijf jaar - tot 30 dec. 1628 - naar behoren uitgeoefend, zoals blijkt uit diverse bewijsstukken. Daarop werd hij door de Admiraliteit zonder enige reden ontslagen, zoals blijkt uit voornoemde missive.
HHM bevelen de Admiraliteit Frans Gysbrechsz. terug in dienst te nemen in zijn eerdere functie, met behoud van zijn traktement.

9 Burgemeesters en schepenen van het Vrije van Sluis recommanderen d.d. 14 feb. Eduwaert Everwyn boven andere kandidaten voor het vacante schepenambt.
Rekening houdend met de kwaliteiten van de genoemde Everwyn en de goede diensten van wijlen zijn vader, nemen HHM de aanbeveling over. HHM schrijven de burgemeesters en schepenen dat zij HHM zo spoedig mogelijk op de hoogte moeten brengen van het aantal leden van het college, de namen van de leden en de functies of taken die deze daarnaast nog uitoefenen. Tevens moeten zij laten weten waar de leden van het college wonen en adviseren over de vraag of burgemeesters en schepenen niet in het Vrije zelf moeten wonen.