7
Johan de Gryse, heer van Cerbais, hoogbaljuw van het Vrije van Sluis,
deelt HHM mee dat het vanouds in het
Vrije van
Sluis
gebruik was dat bij een overlijden zonder erfgenamen
de
hele erfenis aan de graaf van
Vlaanderen toeviel,
met uitsluiting
van de
man of vrouw van de overledene. De hoogbaljuw van het Vrije, die
instond voor de ontvangst en de administratie van dergelijke
erfenissen, ontving een derde van de erfenis, terwijl de
overige twee derden toevielen aan de graaf, die nu
door
HHM vertegenwoordigd wordt. Onlangs was er sprake van een aantal
van dergelijke sterfhuizen, waarbij echter de man of
vrouw
van
de overledene dat recht aanvocht op grond van het vierde
artikel
van
een ordonnantie en keur van de successie uit 1619, gemaakt door
Albertus en
Isabella,
graven van
Vlaanderen. De
Gryse
verzoekt HHM te
verklaren dat in het Vrije van Sluis niet de nieuwe, maar de oude
keur van
kracht blijft en de rechten van de hoogbaljuw en HHM worden
gehandhaafd.
HHM sturen het rekest voor onderzoek en advies naar de RvS.