14
De RvS heeft vernomen dat HHM ontvanger-generaal
Doublet de opdracht gegeven hebben een ordonnantie van 2.374 gld. 12
st. 8 p. voor gouden ketens, om te
zetten
in een obligatie voor rekening van de Generaliteit ten behoeve van
Henderick Mirou, op voorwaarde dat
de rente ingaat op de dag van de ordonnantie. De RvS meent dat
daarin
een andere voet moet worden gehouden. Dergelijke vereringen
zouden betaald moeten worden uit een daarvoor te bestemmen post
op de
staat van oorlog, die over de provincies wordt gerepartieerd. De
rente kan namelijk niet uit de ordinaris
posten
betaald worden, waardoor de ontvanger-generaal zich genoodzaakt
ziet
om ter betaling daarvan de post logiesgelden en verschillende
andere
posten aan te spreken. Dit raakt zijn totale financiële
beheer.
Dit kan 's lands financiën te gronde richten.
Deze zijn trouwens al overbelast met de betaling van de rente
en
de makelaardij op het tussen 1618-1628 (beide incluis) geleende
kapitaal van 3.711.950 pond 5 sch. 11 p., welke betaling nog niet
over
de
provincies is verdeeld. Aangezien de conversie van de ordonnantie
in
een obligatie al heeft plaatsgevonden, wil de RvS de zaak verder
laten
rusten. Wel verzoekt de RvS HHM
toestemming
decharges te laten uitgaan van 250.556 pond 13 sch. 2 d. waarom
een jaar geleden per petitie is verzocht ter betaling van de rente
met de
makelaardij van het kapitaal. Dit is nodig om de financiën
van het
kantoor op
orde te houden, want de consenten van de verschillende
provincies
kunnen niet worden afgewacht, aangezien de rente en
de makelaardij maandelijks zonder oponthoud, betaald moeten
worden.
HHM committeren
Eck,
Noortwijck,
Brunincx,
Beaumont,
Rode,
Eysinga,
Haersolte,
Schaffer en thesaurier-generaal
Van
Goch om deze zaak te bespreken en om te bekijken welke
posten van het kapitaal ten laste
van de Generaliteit, en welke ten laste van de verschillende
provincies gebracht kunnen worden. Zij moeten hierover
rapporteren.