17/03/1629

 
English | Nederlands

17 - 03 - 1629

Presentielijst:

Gelderland:
Holland:
Zeeland:
Utrecht:
Friesland:
Overijssel:
Groningen:

Resoluties:

1 Barent Taepkens verzoekt om een aanstelling als controleur-generaal van de konvooien en licenten om scherp toezicht te houden op mogelijke fraude. Hij vraagt om een vergoeding van 1 st. per paspoort dat door de kantoren van de konvooien en licenten verstrekt wordt.
De vergadering stelt Brunincx, Beaumont, Rode en Aelbertsz. dit rekest ter hand voor onderzoek en rapport.

2 HHM lezen het rekest van kapitein Willem Melcknap, commandeur over de wachtschepen op de IJssel. Nu Groenlo is ingenomen en zijn dienst ophoudt vraagt hij om een bevordering tot kapitein-ter-zee van het schip De Eenhoorn onder het bestuur van de Admiraliteit in het Noorderkwartier . Indien dat niet mogelijk is, vraagt de suppliant de 60 gld. per maand te blijven ontvangen die hij als commandeur op de IJssel verdiende.
HHM committeren Brunincx en Beaumont om de suppliant bij Z.Exc. voor bevordering aan te bevelen.

3 Pieter Denijsz., koopman te Amsterdam, verzoekt octrooi op zijn uitvinding om graan dat muf is geworden maar niet tot in de kern is aangetast, te wassen en drogen zodat het weer geschikt is.
Na overleg wordt het verzoek afgewezen.

4 HHM resumeren de brieven van het stadsbestuur van Groningen d.d. 19/29 jan. en 17 februari. De magistraat vraagt vanwege het belang van de zaak en om andere redenen, de in de resolutie van 28 sept. 1628 gestelde termijn van vier maanden waarbinnen geantwoord moest worden op de door de Ommelanden op 26 juli 1628 ingediende eis, zo te interpreteren dat de termijn loopt van 1 jan. o.s. tot en met 31 mei aanstaande. De supplianten beloven tegen die datum hun antwoord en tegeneis gereed te hebben.
HHM kennen het stadsbestuur een langere termijn toe en vertrouwen erop dat zij voor 1 mei o.s. hun antwoord en hun tegeneis bij HHM kunnen indienen. De Ommelanden worden van deze beslissing op de hoogte gebracht.

5 HHM hebben vernomen dat Pieter Heyn ontslag genomen heeft uit dienst van de WIC . Ze vragen hem op 19 of 20 maart in de vergadering de redenen daarvoor uiteen te zetten, zodat daarin verder naar behoren gehandeld kan worden.

6 Op de zitting van 23 jan. heeft Beaumont, toen president, namens HHM aan Pieter Heyn en admiraal Lonck beloofd dat hun naast de gouden keten elk een gouden medaille ter waarde van 100 daalder zou worden gegeven ter nagedachtenis aan de verovering van de zilvervloot.
HHM dragen ontvanger-generaal Doublet op 300 gld. aan materiaal te geven aan Willem Versteech, stempelsnijder van de Munt van Gelderland, om daaruit de twee medailles te maken.

7 De RvS antwoordt d.d. 13 maart op de resolutie van HHM d.d. 9 maart, betreffende de verponding van de landen in het staatse deel van Vlaanderen waartoe op 20 jan. is besloten.
Conform het advies van de RvS besluiten HHM ook de landen in Brabant en het Land van Cuijk te verponden op dezelfde voet als in de genoemde resolutie. Met de verponding in Vlaanderen zal worden begonnen.

8 HHM lezen het rekest van de huidige pachters van een kwart van de konvooien en licenten, alsmede van de pacht van dit middel tot eind aug. 1628. De supplianten vragen HHM de ontvangers-generaal van de Admiraliteiten op te dragen een summiere staat in te dienen van hun ontvangsten uit de konvooien en licenten voor de periode 1 sept. 1627 tot en met 31 aug. 1628. Met dit overzicht van de totale ontvangsten uit de kantoren kunnen de supplianten afleiden of zij winst of verlies kunnen verwachten.
Ten tweede vragen de supplianten een duplicaat van de resolutie van HHM d.d. 14 maart op hun vorige rekest betreffende de twee vonnissen van de Admiraliteit te Amsterdam . Deze gingen in tegen de inhoud van het plakkaat uit 1598 over de heffing van de konvooien en licenten, de daaropvolgende uitbreiding en de voorwaarden waarop de verpachting van het kwart heeft plaatsgevonden.
HHM zullen de genoemde ontvangers-generaal schrijven binnen een maand na de ontvangst van deze missive de genoemde staat ter hand te stellen. Het verzoek om een duplicaat wordt ingewilligd.

9 Thesaurier-generaal Van Goch wordt door president Eysinga opgedragen een repartitie voor de Admiraliteiten op te stellen van het tweede miljoen, waarom door de RvS door middel van een petitie is verzocht voor de oorlog te water. Dit moet conform de resolutie van 27 jan. gebeuren op dezelfde wijze als het tweede miljoen in het jaar 1628 is verdeeld.

10 HHM horen ter vergadering het rapport en advies van thesaurier-generaal Van Goch over de onkostendeclaratie van Joost van Nispen, klerk van de Raden en de Generaal van de Munt der Verenigde Provinciƫn, voor de periode 1 maart 1628 tot en met 1 maart 1629 voor een totaalbedrag van 990 gld. 15 st.
HHM keuren deze declaratie goed, maar voor de toekomst zal voor de declarant een vastgesteld traktement gelden. Hij mag geen reizen voor de Generaliteit meer ondernemen zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van HHM.

11 Om kennis te verwerven van het aantal en de functie van Nederlandse gevangenen in vijandelijke handen, zullen de afzonderlijke provincies worden aangeschreven lijsten met de namen van die personen op te stellen en deze snel toe te sturen. De WIC zal worden gevraagd te melden hoeveel matrozen door de vijand vastgehouden worden.

12 Uit de rekening van agent Mibassen in Calais blijkt dat hij 15 st. per dag verstrekt heeft voor levensonderhoud van Nederlanders gedurende hun verblijf in Calais, na aankomst uit de gevangenis in Vlaanderen. Dat geld kan men niet terugvorderen van deze arme zeelieden.
HHM schrijven de agent spaarzaam te zijn.

13 HHM lezen de memorie van voormalig commies Schas, die ordonnantie verzoekt van een wisselbrief die door gezant Pynaecker op 25 feb. 1626 in Algiers is getrokken op ontvanger Doublet. Deze bedraagt 1.600 realen van achten, waarvan vijftig procent avance. Het totaal bedraagt dus 2.400 realen van achten.
HHM zullen de missive met de bijgevoegde wisselbrief voor onderzoek ter hand stellen aan thesaurier-generaal Van Goch, die hierover moet berichten.

14 HHM beraden zich over het vijfde punt van het op 5 maart ingediende schriftelijke rapport van de gedeputeerden van HHM naar de laatste vergadering van de Heren Negentien van de WIC . Het betreft de uitdeling van 1.000 pond Vlaams voor elk negende deel aan verschillende behoeftige en verdreven personen, voor een totaalbedrag van 54.000 pond.
HHM zullen de WIC schrijven ontvanger-generaal Doublet 6.000 gld. te geven voor het levensonderhoud van de Nederlanders die uit gevangenschap in Vlaanderen in Calais aankomen en daar wachten op een goede gelegenheid om naar de Republiek terug te keren. De overige 48.000 gld. moeten zij met medeweten van de magistraten van de verschillende steden van de Republiek uitdelen aan de armen en behoeftigen van die steden, naar rato dat zijzelf of anderen uit hun naam in de Compagnie participeren. In de toekomst moet de WIC zich wel onthouden van het buiten medeweten van HHM uitdelen van een dergelijk bedrag aan aalmoezen.
Aangaande het zevende punt van het genoemde rapport, dat handelt over de buit en de tegoeden van de WIC op de Republiek, vragen HHM zo snel mogelijk een staat op te sturen met een opgave wat er bij de verschillende gelegenheden door de WIC is buitgemaakt en haar aanspraken op het land. In een andere staat moet de Compagnie haar tegoeden specificeren, zodat men tot de afrekening van beide kan overgaan. Tot slot vragen HHM om een duplicaat van de rekening van de soldaten en het bootsvolk alsmede hun aandeel in de buit van de Spaanse zilvervloot.