19/03/1629

 
English | Nederlands

19 - 03 - 1629

Presentielijst:

Gelderland:
Holland:
Zeeland:
Utrecht:
Friesland:
Overijssel:
Groningen:

Resoluties:

1 HHM lezen het rekest van een groot aantal vrouwen uit het Noorderkwartier, ondersteund door ter vergadering verschenen afgevaardigden van de havensteden uit dit kwartier, om HHM ertoe te bewegen de echtgenoten, broers of zonen van deze vrouwen uit hun slavernij in Algiers, Tunis of Salé te bevrijden.
Bruininxs en Beaumont is verzocht hierover met Z.Exc. te spreken en er verslag over uit te brengen.

2 Mr. Cornelis Splinter, secretaris van de Admiraliteit te Rotterdam, schrijft HHM over zijn geschil met de ontvanger van deze Admiraliteit, Van IJck. Hij wil zijn zaak ter behandeling laten voorbereiden tegenover gecommitteerden van HHM met de hulp van de gedelegeerde rechters in de zaak van de voormalige raden van de Rotterdamse Admiraliteit. Daarna zouden HHM de zaak moeten afdoen. Het door Van IJck voor het gerecht van Rotterdam wegens smaad begonnen proces zou opgeschort moeten worden.
HHM committeren De Bije en Aelbertsz. om beide partijen te horen om zo mogelijk tot een vergelijk te komen en hierover te rapporteren.

3 De Admiraliteit in het Noorderkwartier schrijft d.d. Enkhuizen 14 maart dat haar oorlogsschepen voor de kustbewaking en het kruisen op zee uiterlijk half april bevoorraad zullen zijn. Voor die tijd zullen zij binnenlopen om proviand voor vier maanden in te nemen.
HHM committeren Bruninxs en Beaumont om met Z.Exc. te overleggen of het niet mogelijk is de wachtschepen op de kust van Vlaanderen met voorraad tegemoet te varen om voldoende schepen op zee te houden.

4 Abraham Bogert, koopman uit Rotterdam, verzoekt HHM om de betaling van geleverd canvas ter waarde van 8.611 gld. 6 st. aan de Admiraliteit te Rotterdam tussen nov. 1625 tot in juli 1627, en de rente over dit bedrag sinds 1 juni 1627.
HHM antwoorden de suppliant dat hij zich met dit verzoek tot de Admiraliteit moet wenden.

5 HHM lezen het rekest van Adriaen Simonsz. van Groenewegen, Jan Adriaensz. van der Burch en Willem van Dingenhoven, allen burgers van Delft en bedijkers van een poldertje in het ambacht Terneuzen in Vlaanderen. De supplianten verzoeken HHM het bedijkingsoctrooi waarin hen belastingsvrijheid toegestaan werd, te verlengen tot het jaar 1650.
HHM vragen het advies van de Gecommitteerde Raden van Zeeland .

6 De wethouders en regeerders van Heusden schrijven dat die van 's- Hertogenbosch geen goederen in de stad, de Meierij van 's-Hertogenbosch of neutraal gebied willen toelaten uit de grenssteden of andere gebieden in de Republiek, dan die te water via het fort Crèvecoeur 's-Hertogenbosch worden binnengebracht. Alle goederen op licent die hen langs andere weg bereiken, worden prijs gegeven. Ook geven zij de goederen prijs die van neutrale landen, uit Brabant of andere plaatsen naar de grenssteden van de Republiek op weg zijn. Ze willen niet gedogen dat iemand goederen haalt of brengt naar de grenssteden, wat de nering van de supplianten ernstig schaadt. De supplianten stellen HHM enkele maatregelen voor.
Dit verzoek gaat voor onderzoek en advies naar de RvS.

7 Nu Mirou uit 's- Gravenhage verhuist, verzoekt goudsmid Hans Marcussen Vonck de gouden en zilveren geschenken die HHM af en toe als verering uitdelen, te mogen leveren.
HHM zullen het voorstel van de suppliant te zijner tijd in overweging nemen.

8 Ontvangen is een brief met berichten van de heer van Oosterwyck d.d. Venetië 2 maart.
Er wordt geen resolutie genomen.

9 HHM besluiten het plakkaat d.d. 20 okt. 1628 over de uitrusting en de bemanning van de schepen opnieuw uit te vaardigen om de wanorde op zee te bestrijden. Tevens zullen zij de Admiraliteiten schriftelijk vermanen dit plakkaat stipt na te leven.1

10 Op aandringen van de gedeputeerden van Holland bevelen HHM de Admiraliteit te Rotterdam om zonder uitstel een definitief vonnis te vellen in de zaak hangende tussen eiser Govert Govertsz. Boormaecker en de gedaagden Gerridt Evertsz. Roos c.s.

11 Op voorstel van de gedeputeerden van Holland wordt de Admiraliteiten conform de resolutie van 16 maart geschreven de bevelen en resoluties van HHM na te leven en doen uitvoeren. Verzet hiertegen mogen zij niet tolereren en uitzonderingen, met welk excuus dan ook, mogen niet worden gemaakt.

12 HHM hebben vernomen dat hofmeester Misseldun van plan is naar Engeland te reizen. Ambassadeur Joachimi krijgt de opdracht Misseldun in de gaten te houden opdat deze de Republiek in het algemeen en de VOC in het bijzonder, geen schade berokkent.

13 HHM resumeren het verzoek van Jan Jansz. Grenou, Generaliteitsbrugmeester, om uitbetaling van de achterstallige soldij van de jaren 1627 en 1628 van hem en zijn pontgasten. Alle provincies behalve Zeeland en Friesland hebben geconsenteerd in de betaling van de benodigde 500.000 gld. ter betaling van Grenou, de fortificaties en andere schulden.
HHM zullen de twee onwillige provincies verzoeken mede consent te dragen en binnen een maand te antwoorden. De heren van Holland is verzocht uit hun quote in de som de helft van de schuld aan Grenou te betalen. Zij zijn daartoe niet bereid.

14 HHM hebben de RvS op 7 maart gemachtigd decharges te laten uitgaan op de consenten van de legerlasten ten behoeve van de voorbereidingen van het veldleger. HHM en de RvS zullen de provincies aanschrijven hun quoten in de decharges zo spoedig mogelijk te betalen aan ontvanger-generaal Doublet. Thesaurier-generaal Van Goch zal trachten te bewerken dat Z.Exc. de brieven van HHM met de zijne ondersteunt.

1 Opgenomen in: Groot placaet-boeck I, kol. 876-885.