18/04/1629, 12

 
English | Nederlands

12 De Gedeputeerde Staten van Friesland verzoeken in hun brief d.d. Leeuwarden 3 april de voormalige commandant van Bellingwolde, Donia, eenzelfde extraordinaris beneficie toe te kennen als Willem Coenders en Allart Coenders, respectievelijk commandanten van Leerort en Bourtange, kregen toen de graaf van Mansfeld met zijn leger en het leger van Brunswijk [Braunschweig] in Oost-Friesland gelegerd waren. De reden hiervoor is de grote aanval en de doortocht van legeraanvoerders en vorsten waaraan Donia is blootgesteld.
De vergadering vraagt advies aan de RvS.