19
HHM lezen het rekest van mr.
Cornelis Splinter, secretaris van de
Admiraliteit te
Rotterdam
. De suppliant verzoekt niettegenstaande de
resolutie d.d. 20 april in de zaak tussen hemzelf en
ontvanger
Van Yck alle of enkele van de
voormalige gedelegeerde
rechters in de
zaak
van de gewezen Admiraliteitsraden voor rekening
van
partijen aan te stellen om deze zaak te beslechten.
Indien dit bij
HHM op bezwaren stuit, zou de zaak ook aan de
Hoge Raad van Holland
of de
Raad
van Brabant
overgedragen kunnen worden. Splinter
vraagt rekening te houden met zijn eer en goede naam als HHM hun
resolutie handhaven en van mening
blijven dat de zaak in der minne geschikt moet worden. HHM zouden
daarom met advies van de gedelegeerde rechters moeten
verklaren
dat de resolutie van de voormalige raden van de Admiraliteit,
krachtens
welke hij en anderen geld hebben ontvangen en die door de genoemde
rechters nietig is verklaard, wel op hem van toepassing is. De
verordening van de rechters op grond waarvan hij
1.100
gld. heeft terugbetaald, zou dan niet meer mogen gelden.
De vergadering vraagt, op kosten van Splinter, advies aan de voormalige gedelegeerde rechters in de zaak van de Admiraliteit te Rotterdam.