25/04/1629, 19

 
English | Nederlands

19 HHM lezen het rekest van mr. Cornelis Splinter, secretaris van de Admiraliteit te Rotterdam . De suppliant verzoekt niettegenstaande de resolutie d.d. 20 april in de zaak tussen hemzelf en ontvanger Van Yck alle of enkele van de voormalige gedelegeerde rechters in de zaak van de gewezen Admiraliteitsraden voor rekening van partijen aan te stellen om deze zaak te beslechten. Indien dit bij HHM op bezwaren stuit, zou de zaak ook aan de Hoge Raad van Holland of de Raad van Brabant overgedragen kunnen worden. Splinter vraagt rekening te houden met zijn eer en goede naam als HHM hun resolutie handhaven en van mening blijven dat de zaak in der minne geschikt moet worden. HHM zouden daarom met advies van de gedelegeerde rechters moeten verklaren dat de resolutie van de voormalige raden van de Admiraliteit, krachtens welke hij en anderen geld hebben ontvangen en die door de genoemde rechters nietig is verklaard, wel op hem van toepassing is. De verordening van de rechters op grond waarvan hij 1.100 gld. heeft terugbetaald, zou dan niet meer mogen gelden.
De vergadering vraagt, op kosten van Splinter, advies aan de voormalige gedelegeerde rechters in de zaak van de Admiraliteit te Rotterdam.