15
Naar aanleiding van de klachten van de verdreven predikanten uit het Land van
Berg, besluiten HHM
Rantwyck,
Noortwyck en
Vosbergen - op 2 mei
gecommitteerd om met de gezanten
van de
keurvorst van Brandenburg en de
hertog
van
Palts-Neuburg naar een oplossing te zoeken - de
gezanten het volgende te laten meedelen. Hoewel HHM zich
gewoonlijk
niet inlaten met het
bestuur
van andere landen (met religie noch wetgeving)
verzoeken zij met het oog op hun goede onderlinge verstandhouding
de
gereformeerden de
publieke uitoefening van hun geloof toe te blijven staan. Dit is
hun
immers onder hertog
Willem beloofd
en
naderhand
in de traktaten van
Halle en
Dortmund en door
reversalen van de keurvorst en de hertog bevestigd. Door deze
verdrukking en het harde optreden keert de bevolking
zich
namelijk af van de regering van beide vorsten. Ook in de
Republiek zal het voortbestaan van
deze situatie haat en nijd veroorzaken.