12/05/1629, 13

 
English | Nederlands

13 Ter vergadering delen Brouwer en Sweers, gedeputeerden van de VOC , mee dat zij hun collega's in Zeeland op de hoogte gebracht hebben van de resolutie van HHM d.d. 3 mei, genomen op advies van luitenant-admiraal Heyn en de aanwezige gecommitteerden van de Admiraliteiten. Deze betreft het kruisen in Het Kanaal door het Zeeuwse eskader ter bescherming van de Oost-Indische vloot. De gedeputeerden hebben het bericht ontvangen dat het Zeeuwse eskader uit drie schepen bestaat onder bevel van kapitein Jonge Jan Evertsz. en dusdanig voorzien is dat het nog twee maanden op zee kan blijven. De VOC heeft van de Staten van Zeeland brieven van adres en bevel gekregen voor kapitein Jan Evertsz. om de resolutie van HHM na te volgen. De Staten hebben beide gedeputeerden gevraagd HHM te verzekeren van hun goede intentie om het eskader te laten kruisen en het verblijf op zee te verlengen. Heyn en de Admiraliteiten kunnen zich hierna reguleren, de andere kruisende eskaders hun gebied iets laten uitbreiden en de bevoorrading daarop afstemmen gedurende de twee maanden dat het Zeeuwse eskader langer op zee blijft. De gedeputeerden verzoeken HHM het eskader te bevelen te kruisen vanaf de Hoofden [Nauw van Calais] tot aan Land's End om de Oost-Indische vloot beter te kunnen beschermen. Tussen Plymouth en Falmouth zijn de grootste problemen te verwachten aangezien de schepen daar meestal het land aandoen en in het oog lopen.
HHM willigen dit verzoek van de VOC in en brengen luitenant-admiraal Heyn, de Admiraliteiten en Jan Evertsen op de hoogte.