05/06/1629

 
English | Nederlands

05 - 06 - 1629

Presentielijst:

Gelderland:
Holland:
Zeeland:
Utrecht:
Friesland:
Overijssel:
Groningen:

Resoluties:

1 Sommelsdyck en Oenema delen mee dat de gisteren genomen resolutie om een delegatie te sturen naar de op het punt van de legerlasten in gebreke blijvende provincies, vandaag naar de RvS is verstuurd. Zij hebben daarop de tekorten nagekeken en het volgende vastgesteld.
In Gelderland hebben het Kwartier Nijmegen en het graafschap Zutphen de eerste twee vijfden voldaan. Het Kwartier Veluwe heeft bovendien al een voorschot betaald op het drievijfde en viervijfde part. Holland heeft zijn aandeel in de petitie volledig betaald. Zeeland heeft niet meer dan 20.000 gld. betaald. Utrecht heeft de eerste twee vijfden betaald en zal het overige voldoen. Friesland en Groningen hebben nog niets betaald. Overijssel heeft slechts 2.400 gld. betaald.
Sommelsdyck en Oenema willen de intenties van HHM weten en vragen op welke voet de RvS de bezending moet doen. Tevens vragen ze of de RvS de provincies niet moet aanschrijven een speciale bijeenkomst te beleggen. Aangezien de legerlasten hoger uitkomen dan de 1.000.000 waarom door middel van een petitie door de RvS is verzocht, stellen ze voor een nieuwe petitie te doen ter betaling van de extra uitgaven. Bij de provincies moet er tijdens de bezending op worden aangedrongen het geld uitsluitend aan legerlasten te besteden, omdat velen anders niet betaald kunnen worden. De ervaring heeft geleerd dat geld eenmaal in mindering gebracht, met de nieuwe consenten niet meer wordt opgebracht.
De RvS wordt ontslagen van het sturen van een delegatie. In plaats daarvan schrijven HHM aan Cappelle en Schotte die zich op dit moment in Zeeland bevinden, om aan te dringen op voldoening van de quote in de legerlasten, waarvan eerder decharges zijn uitgegaan. Tevens wordt Schaffer geschreven hetzelfde te doen in Friesland en Groningen. Wat de voorgestelde nieuwe petitie betreft, besluiten HHM deze uit te stellen totdat men een gedetailleerde lijst heeft van de legerwerken, wagens, trekpaarden en schepen.

2 Met de resolutie van HHM d.d. 3 april werden de gecommitteerden van de WIC weggezonden en werd de afrekening tussen de Generaliteit en de Compagnie uitgesteld tot na de vergadering van de Heren Negentien. HHM verwachtten daarom enkele personen van de WIC met volkomen last en instructie om de rekening te liquideren. De WIC is in gebreke gebleven, ondanks de aanmaning van 29 april.
HHM manen de WIC nogmaals schriftelijk enkele gecommitteerden te sturen.

3 Ontvangen is een brief van Schaffer d.d. Leeuwarden 2 juni, met bijgevoegd de consenten van de Staten van Friesland op de lichting van de waardgelders, de alliantie met 1 Zweden en de eerste twee vijfden in de legerlasten van 1629. Schaffer vraagt HHM een gunstig besluit te nemen over de wisseling van het commando van Leerort.
HHM schrijven nogmaals aan de gedeputeerden te velde om een snel advies over deze zaak.

4 Ontvangen is een brief met berichten van resident Aissma d.d. Hamburg 16 mei.
Er wordt geen resolutie genomen.

5 Goudsmid Hans Bouwens van der Houve verzoekt om de gouden ketens te mogen maken, die HHM wil laten vervaardigen.
HHM besluiten de suppliant zonder verdere verplichtingen eenmalig aan te nemen.

6 HHM verzoeken de RvS naar aanleiding van het rekest van Jacob Goidskerck om hem conform de resolutie d.d. 27 april op de lijst met de extraordinaris bodes te zetten, in welke functie hij is gecommitteerd.

7 Op verzoek van Sir Thomas Lucas wordt Rantwyck verzocht met agent Carlaton te spreken en hiervan verslag uit te brengen.

8 HHM wijzen het verzoek af van de magistraat en de bevolking van Ratingen om uitstel te krijgen van de inning van de contributies.

9 De Admiraliteit te Dokkum vraagt in een missive d.d. Dokkum 24 feb. om de goedkeuring van de toekenning van 12 Kar.gld. per 42 dagen aan de arme Thonis Woltersz. vanwege zijn lange staat van dienst, bovenop de 200 gld. traktement per jaar die hij sinds 1 jan. 1624 ontvangt.
HHM keuren deze toekenning goed totdat anders wordt besloten.

10 Zuani Soranzo en Vincenze Guzzoni, ambassadeurs van de republiek Venetië, compareren. Soranzo neemt afscheid, aangezien hij gecommitteerd is als resident bij de koning van Groot-Brittannië. Hij verklaart zich tevreden over zijn verblijf alhier waarvoor hij HHM bedankt. Hij beveelt zijn diensten in Engeland of elders aan voor het welzijn van deze staat. Deze heeft hij eerder door de situatie in Italië niet naar believen kunnen uitoefenen. Hierop legt Guzzoni zijn geloofsbrieven d.d. 11 maart voor, waarin hij namens de republiek Venetië aangesteld wordt om bij HHM te resideren, voor het onderhouden en verbeteren van de onderlinge betrekkingen. Hem wordt tevens gevraagd niets na te laten om dit te bereiken, in het bijzonder voor de bevordering van de handel tussen beide staten.
HHM zijn tevreden met de persoon van Guzzoni en bedanken Soranzo voor de goede samenwerking.

1 Folio 343 in S.G. 54 is beschadigd waardoor een deel van de tekst van deze resolutie ontbreekt. De tekst van S.G. 3188 is gevolgd.