25/06/1629

 
English | Nederlands

25 - 06 - 1629

1

Presentielijst:

Gelderland:
Holland:
Zeeland:
Utrecht:
Friesland:
Overijssel:
Groningen:

Resoluties:

1 De gedeputeerden te velde schrijven d.d. 22 juni dat zij opnieuw onderhandeld hebben met ritmeester Homé en diens ruiters over het losgeld voor Bon-Ours en Simon Grosfils, gevangenen te Geertruidenberg, maar zij zijn er niet in geslaagd het bedrag te verminderen. Om verschillende in de brief genoemde redenen willen zij de gevangenen houden of er moet voor Bon-Ours een losgeld van 10.000 gld. en voor Grosfils 4.000 gld. worden betaald.
De twee gevangenen zijn begrepen in het uitwisselingsverdrag. HHM houden vast aan de eerdere resolutie hierover.

2 De gedeputeerden te velde schrijven d.d. 23 juni dat door de verwachte overkomst van vijandelijke en keizerlijke troepen uit het noorden en het naderen van het volledige leger van graaf Henrick van den Bergh, Z.Exc. - die geen soldaten kan missen - besloten heeft een commissaris naar Emden te sturen om aldaar zeshonderd soldaten die op orders wachten te lichten en deze onder leiding van drie kapiteins, zes luitenants en vaandeldragers te laten optrekken naar de IJssel. De gedeputeerden te velde raden HHM in de brief voorts aan twee gecommitteerden naar Emden te sturen.
De missive gaat voor advies naar de RvS.

3 HHM lezen het advies van de RvS d.d. 22 juni. De RvS beschrijft hoe men voor het Bestand heeft gerekruteerd voor de legercompagnieën die door pest of andere oorzaken verzwakt waren. Men heeft daarbij de kapiteins, met onderscheid van nationaliteit, loopgeld gegeven. De RvS geeft enkele argumenten hoe op dit punt te handelen ten opzichte van de Fransen.
Conform het advies, laten HHM de gedeputeerden te velde per brief weten dat zij in overleg met Z.Exc. een beperkt aantal kapiteins, wier eenheden verzwakt zijn als gevolg van sterfte door ziekte of door geweld, op speciale akte en een beperkt aantal rekruten mogen laten werven die loopgeld zullen krijgen. Dit loopgeld bedraagt een kwart minder dan het gebruikelijke loopgeld voor soldaten geworven in andere landen. In elk geval moeten ze omzichtig te werk gaan en oog houden voor het landsbelang. Deze toestemming schept geen precedent. Het advies van de RvS zal de gedeputeerden worden toegestuurd.
Het advies van de RvS betreft verder de stagnerende aanvoer van rekruten als gevolg van het gebrek aan schepen in Calais. De soldaten die niet verder kunnen reizen, verteren aldaar hun geld en keren dan huiswaarts. HHM schrijven hun gedeputeerden hierover met Z.Exc. te spreken, om te zorgen dat de soldaten regelmatig met een schip of een jacht dat voor de kust van Vlaanderen ligt, worden overgebracht.

4 De Gedeputeerde Staten van Utrecht schrijven d.d. 12 juni o.s. dat van hun quote twee compagnieën waardgelders zijn gelicht, die op patent van Z.Exc. vertrokken zijn.

5 Kapitein Hilbrant Gerbrantsz. Quast doet in een missive geschreven op zee nabij Oostende d.d. 20 juni, enkele mededelingen over vijandelijke schepen die uitgevaren zijn door het Scheurtje [Kanaal van Mardijck], welke schepen hij bij zich heeft en andere zaken.
HHM zullen alle Admiraliteiten schrijven hun schepen die nog voor anker liggen zo snel mogelijk te laten uitvaren, zoals hun is verzocht. De Admiraliteit te Rotterdam wordt in het bijzonder verzocht de binnengelopen schepen van admiraal Heyn te helpen vertrekken.

6 Ontvangen is een brief van orateur Haga d.d. 28 april.
Er wordt geen resolutie genomen.

7 HHM lezen de geloofsbrief van graaf Ulrich van Oost-Friesland d.d. 6/16 juni voor Dirck van Nordingen, zijn agent. Gelezen wordt ook de remonstrantie van Nordingen, waarin deze de moeilijkheden beschrijft die de graaf ondervindt in zijn landen. Gevreesd wordt dat deze voor hem en zijn onderdanen zullen toenemen door de groeiende aanwezigheid van krijgsvolk van de koning van Zweden, die door de stad Emden van wapens, munitie en andere benodigdheden worden voorzien. Het keizerlijke leger wantrouwt dit en versterkt zich op zijn beurt. De agent vraagt HHM Emden orders te geven op dit punt. Over de situatie te Emden is ook een brief ontvangen van commandant Erentreiter d.d. 8/18 juni.
De remonstrantie en beide missives gaan voor advies naar de RvS.

8 Ontvangen is een brief met berichten van kapitein Hessels d.d. Emmerik [Emmerich] 21 juni over de aankomst van verschillende vijandelijke compagnieën uit Lingen en andere plaatsen en een aantal keizerlijke ruiters in Hamminkeln, alsmede enkele andere berichten uit de regio.
De missive gaat voor onderzoek naar de RvS.

9 Het stadsbestuur van Hoorn verzoekt HHM d.d. 19 juni naar aanleiding van ongeduldige klachten van zijn inwoners over het uitblijven van de bevrijding van gevangenen in Barbarije [Marokko], om de Admiraliteiten ernstig aan te schrijven hun schepen en jachten voor dit doel beschikbaar te houden of alleen de Admiraliteit in het Noorderkwartier daartoe te gelasten.
Deze zaak wordt na beraad uitgesteld, in de hoop dat de schepen van kapitein Cleuter eerdaags binnenlopen. Daarna zal men hierover opnieuw spreken.

10 Ontvangen is een brief van Petrus van Brederode d.d. 31 mei, die geen nadere resolutie behoeft.

11 Z.Exc. bedankt HHM in zijn brief d.d. 22 juni voor het aanschrijven van ambassadeur Joachimi om met de koning van Groot-Brittannië te spreken over het regiment van kolonel Morgan.

12 Z.Exc. beveelt HHM in zijn brief d.d. 22 juni aan in te gaan op het verzoek van de gravin van Megen om haar Huis te Boxtel [kasteel Stapelen] neutraal te verklaren zoals de Infanta heeft gedaan door middel van een akte die in duplicaat is bijgevoegd.
HHM stellen de RvS de missive voor onderzoek en advies ter hand.

13 Ontvangen is een missive met enkele bijgevoegde berichten d.d. 8 juni van de heer van Oosterwijck, ambassadeur in Venetië.
Deze brief behoeft geen beraad.

14 HHM stemmen in met het verzoek van Isaac Snewijns, koopman te 's-Gravenhage, om een schip geladen met 25 last naar de vloot bij Lillo gezonden tufsteen of tras, te laten doorvaren naar Antwerpen tegen betaling van 's lands rechten.

15 Bruningh en Clant worden gecommitteerd om de declaratie van Adriaen Pauw, heer van Heemstede, te onderzoeken. Deze betreft de door hem geleden brandschade in het huis van Cicil in Londen. Zodra hij rapport heeft uitgebracht, zal hierover opnieuw worden gesproken.

16 Bruninck alsmede Veltdriel of Ter Cuijlen (afhankelijk wie beschikbaar is) worden gecommitteerd voor het afhoren van de rekeningen van de VOC ter Kamer Zeeland .

17 Conform een eerdere resolutie levert Christiaen van der Pas zestien portretten van de koning van Denemarken. Hem wordt ordonnantie gedepêcheerd van in totaal 80 gld., 5 gld. per portret.

1 De resoluties van deze zittingsdag zijn door een klerk ingeschreven in S.G. 54.