18
Anthoine Mibaise verzoekt in een remonstrantie de kwijtschelding van 4.424
gld. 17 st. 4 p. voor het door de
Admiraliteit
in het Noorderkwartier
in beslag genomen
schip
van
Jan Ettersz. uit Kopenhagen.
Dientengevolge moet de genoemde Admiraliteit gelast worden de
10.000 gld. die in beslag
genomen
zijn bij de
Admiraliteit te
Rotterdam
om
daaruit het verschuldigde bedrag te halen, vrij te geven. In de
tweede plaats vraagt hij het schip De Witte
Duive en enkele andere schepen, opgebracht en
geconfisqueerd in
Amsterdam, vrij te geven, nadat ze eerder op
inwoners van de Republiek waren veroverd, in een
haven in
Vlaanderen waren aangeslagen en door
enkele Fransen uit
Calais waren gekocht. Ten derde
vraagt hij
HHM er
rekening mee te houden dat de jezuïeten, samen met
enkele
Portugese kooplieden, al het zout in
Spanje en
Portugal hebben gecontracteerd en dat zij
bijgevolg de
macht hebben om dat zout te laten ophalen door Hollandse en Zeeuwse
kooplieden en naar andere landen te transporteren. De jezuïeten
zouden
ook het plan opgevat hebben om in
Holland en
Zeeland een aantal magazijnen te bouwen van
waaruit
het zout verkocht zou worden.
Een beslissing wordt uitgesteld.