12
HHM lezen het rekest van
Boudewijn de Man c.s., waarin zij schrijven dat zij als impetranten een
proces in revisie voeren voor de
Admiraliteit
te
Rotterdam
tegen
Caspar
Tebos,
Bernardo Cardoso en
scheepskapitein
Willem
Bouwensz. Keert de Koe, gedaagden, in welke zaak op 21
juni is geconcludeerd. De supplianten vragen HHM zeven adjuncten te
committeren.
HHM committeren de volgende adjuncten:
Kelffken, raad in het Hof van Gelderland;
Aspren,
raad in de Hoge Raad van Holland;
Couwenburch en
Persyn, raden in het Provinciaal
Hof van
Holland; ene
Zas, raad in het Hof van Utrecht;
Bonaerts en
Boritius, raden
in
het Hof van Friesland. De supplianten moeten HHM de precieze datum
laten weten waarop de adjuncten beschreven moeten worden om in
Rotterdam op te treden.