3
De vergadering bespreekt de staat van de drie laatste lichtingen en resumeert dienvolgens het tweede punt van de gisteren gedane propositie van
Eysinga en
Jensma aangaande het in
dienst nemen
van de troepen van maarschalk
Falckenberch, in
en
omtrent
Emden gelicht voor de
koning van
Zweden, het regiment van kolonel
Ferentz,
dat eerder in dienst van de
koning van
Denemarken
was, en de troepen van generaal
Morgan. De
vergadering houdt rekening met de gisteren namiddag ontvangen
missiven van ambassadeur
Joachimi
d.d. 11 en 14
juli, waarin bericht werd dat de
koning van
Groot-Brittanniƫ de troepen van Morgan
en andere Engelse soldaten voor drie maanden op zijn kosten ten
dienste
van HHM stelt.
De aanwezige gedeputeerden committeren, op behagen van hun principalen, Eysinga en Jensma om met de genoemde maarschalk
te onderhandelen over het dienst nemen in het leger van HHM voor
een
periode van drie herenmaanden. HHM zijn bereid gratie te verlenen
aan
alle soldaten die tegen de bestaande bevelen in dienst genomen
hebben
bij de koning van Zweden en garanderen de kolonels, kapiteins en
andere
officieren dat zij hiervoor geenszins vervolgd zullen worden. De
betaling zal gebeuren door de
Staten van
Friesland
en die van
Groningen
,
die
het geld op hun beurt moeten vinden in hun respectievelijke defecten in
de
drie laatste lichtingen. Indien zij geen achterstallige betalingen
hebben, mogen zij de kosten verrekenen met de legerlasten voor het
lopende jaar. De vergadering zal resident
Aissma en commissaris
Hoogenhouck
samen en afzonderlijk schrijven om in onderling overleg het
regiment van kolonel
Frentz, tweeduizend man sterk,
onder gelijke
voorwaarden
als hierboven beschreven, in dienst te nemen en hierheen te
sturen.
Verder wordt beslist om de RvS zo geheim mogelijk de garnizoenscompagnieƫn en in het bijzonder de waardgelders te laten monsteren. De monstercommissaris moet de kapiteins daarna laten weten dat zij hun compagnieƫn op dezelfde sterkte moeten houden als zij bij de monstering zijn.