27/07/1629

 
English | Nederlands

27 - 07 - 1629

Presentielijst:

Gelderland:
Holland:
Zeeland:
Utrecht:
Friesland:
Overijssel:
Groningen:

Resoluties:

1 In aanwezigheid van de RvS , besluit de vergadering de ambassadeur bij de koning van Frankrijk, de ambassadeur bij de koning van Groot-Brittannië en de ambassadeur in de republiek Venetië te schrijven dat de vijand de IJssel is overgestoken en op de Veluwe actief is, en dat men moedig, maar tevergeefs geprobeerd heeft hem te verdrijven. Ze moeten wijzen op de grote gevolgen die het vijandelijke verblijf daar kan hebben en de koningen en de republiek verzoeken om snel veel financiële hulp te geven om het land te redden en de ondraaglijke kosten enigszins te temperen.
De graaf van Culenborch en Noortwyck worden gecommitteerd om de ambassadeur van de koning van Frankrijk en de ambassadeur van Venetië in algemene termen de moeilijke situatie die uit de vijandelijke aanwezigheid op de Veluwe volgt uiteen te zetten, en hun te vragen het verzoek van de staatse ambassadeurs bij hun meesters met ernstige brieven te steunen.

2 Op verzoek van Robbert de Cotereau, heer van Velpen, verleent de vergadering de suppliant paspoort om vrij van rechten wat zilverwerk, enige huisraad, geschikt om per kar te vervoeren, twaalf kazen, twaalf hammen, twee okshoofden wijn en een tonnetje suiker van 120 pond via Bergen op Zoom naar zijn kasteel in Westmalle te vervoeren. Tevens verlenen HHM toestemming om vrij van licent kasten, kisten, koffers, tin-, hout- en ijzerwerk en andere huisraad over het water langs Lillo en via Antwerpen naar hetzelfde kasteel te brengen. De suppliant mag één van zijn dienaars aanstellen om deze goederen te bewaken.

3 De Staten van Overijssel schrijven d.d. Heerde 7 juli dat zij Johan van Raesfelt gecommitteerd hebben om in de RvS te compareren.
HHM depêcheren een commissie, waarop de genoemde Raesfelt de eed heeft afgelegd.

4 Geresumeerd en gearresteerd is het plakkaat tegen de valse Frankfurter rijksdaalder.1

5 HHM besluiten de Staten van Friesland en de Staten van Groningen te schrijven om er geen bezwaar tegen te hebben om de soldaten die op hun provincies gerepartieerd zijn, op bevel van Z.Exc. te laten vertrekken naar Deventer en Zwolle. Tevens wordt hun gevraagd te bevorderen dat de Zweedse troepen daarheen gaan.

6 De RvS wordt verzocht een postdienst op te zetten tussen 's- Gravenhage en Utrecht.

7 De gedeputeerden te velde schrijven vanuit het leger voor 's-Hertogenbosch d.d. 's-Hertogenbosch 25 juli dat zij commies Kyn naar Amsterdam hebben gestuurd om levensmiddelen te kopen en deze naar de steden van Overijssel te sturen.
HHM nemen geen besluit.

8 Hertevelt en Gerestein verzoeken HHM in opdracht van de Gedeputeerde Staten van Utrecht d.d. 16 juli o.s. hun vergadering zo snel mogelijk naar Utrecht te verplaatsen, om zo 's lands belang zo goed mogelijk te kunnen behartigen. Verder wijzen ze op het grote gebrek aan wapens en munitie in die stad.
Het verzoek wordt in beraad gehouden. Het tweede punt wordt aan de RvS overgelaten.

9 Hertevelt deelt mee dat de Staten van Utrecht de heer van Dijden hebben gemachtigd en aangeschreven de dijk in Hetter ten noorden van Emmerik [Emmerich] door te laten steken. De Staten van Utrecht vertrouwen erop dat zowel HHM als Z.Exc. van mening zijn dat dit een goede beslissing was.
HHM nemen geen besluit.

10 HHM lezen de repliek van Maijcken Chijffers, weduwe van Nicolaes Daens, uit IJzendijke in Vlaanderen, op het antwoord van Johan de Gryse, heer van Corbais, hoogbaljuw van het Vrije van Sluis, aangaande de erfenis van de genoemde Nicolaes Daens, overleden zonder erfgenamen.
HHM besluiten de hoogbaljuw de repliek ter hand te stellen voor een dupliek.

11 HHM schrijven de provincies om onder de huidige omstandigheden zo snel mogelijk hun quote in de vijfmaal 100.000 gld., verzocht door de RvS, op te brengen ten behoeve van het leger voor 's- Hertogenbosch en bij Arnhem.

12 Ter vergadering wordt gerapporteerd dat de graaf van Stirum besloten heeft opnieuw te velde te trekken, nadat het Hof van Gelderland eerder beter had geoordeeld de soldaten in de grenssteden en op de Betuwe in te kwartieren.
De vergadering moedigt de graaf aan dit voornemen door te zetten, met de belofte dat HHM hem hierin met alle middelen bijstaan. Tevens wordt hem voorgesteld de dijk in Hetter ten noorden van Emmerik [Emmerich] door te laten steken en zo het aantal toevoerwegen van de vijand te verminderen.

13 Aelbertus Coenradij rapporteert dat op verzoek van HHM uit Amsterdam zeshonderd man vertrokken is, te weten vierhonderd man verdeeld over twee compagnieën en de rest als opgeroepen soldaten. Tevens zullen uit die stad zevenhonderd soldaten die door de WIC aangenomen zijn, vertrekken, terwijl de andere kamers nog eens vijfhonderd man ter beschikking stellen. Dezelfde Compagnie heeft bovendien 24 last meel en 6.500 pond buskruit naar Arnhem gezonden. Iemand anders heeft uit Amsterdam nog eens zestig last rogge gestuurd.
HHM bedanken Coenraedts.

14 De RvS deelt ter vergadering mee dat commissaris Snouck, teruggekeerd uit Enkhuizen, heeft laten weten dat in die stad onaangekondigd vier compagnieën Schotten, elk bestaande uit driehonderd soldaten, en twee compagnieën Fransen, elk bestaande uit tweehonderdvijftig soldaten, uit Denemarken zijn aangekomen. Ze hebben aangeboden om in dienst van HHM te komen.
De gedeputeerden gaan er op advies van de RvS en op behagen van hun principalen mee akkoord de Raad te machtigen om commissaris Snouck te gelasten deze troepen aan te nemen voor de duur van drie herenmaanden.

15 Marck, gecommitteerde van de Admiraliteit in het Noorderkwartier, compareert en deelt mee dat het Hof van Gelderland in een missive d.d. 14 juli genoemde Admiraliteit verzocht heeft vier uitleggers ter beschikking te stellen voor de bewaking van de IJssel, gezien de overtocht van de vijand. De Admiraliteit kan in deze omstandigheden echter niet meer dan twee van dergelijke schepen verschaffen. Het College verzoekt bijgevolg van dit verzoek ontslagen te worden en het door andere Admiraliteiten te laten regelen.
HHM besluiten dat de genoemde Admiraliteit het bij de twee beschikbare uitleggers mag laten. Wat de overige twee schepen betreft, wordt aan de Admiraliteit te Rotterdam en te Amsterdam geschreven om elk één uitlegger naar de IJssel te sturen.

Post prandium

Presentielijst:

Gelderland:
Holland:
Zeeland:
Utrecht:
Friesland:
Overijssel:
Groningen:

Resoluties:

16 Z.Exc. schrijft vanuit het leger voor 's-Hertogenbosch d.d. 25 juli. HHM nemen geen besluit.

17 De RvS wordt verzocht een staat op te maken van de soldij van drie herenmaanden voor de troepen van Morgan, gesteld op tweeduizend man, voor de zeventienhonderd soldaten die bij besluit van HHM van vandaag aangenomen zijn, voor de twaalfhonderd man van de WIC , voor de compagnie uit 's- Gravenhage, voor de zesendertighonderd soldaten van maarschalk Falckenburch gedurende drie korte maanden en voor het loopgeld en de andere door de maarschalk bedongen traktementen.

18 De gezamenlijke konstabels vragen betaling van hun achterstallige soldij.
HHM verzoeken de RvS de betaling van de supplianten te regelen. Mocht de ontvanger-generaal geen geld in kas hebben, dan mag de Raad hem machtigen om enkele duizenden guldens te lenen ten behoeve van de supplianten.

19 HHM beraadslagen over het feit of de laatst geordonneerde monstering van de garnizoenscompagnieën door moet gaan of uitgesteld moet worden.
HHM vragen advies aan de RvS.

20 De vergadering bespreekt de declaratie van Johan de Mortaigne voor de ontvangst van Vincenti Guzzoni, ambassadeur van Venetië.
De declaratie wordt de RvS ter hand gesteld om te onderzoeken en een beslissing over te nemen.

21 De vergadering bespreekt de declaratie van Johan de Mortaigne voor de ontvangst van Roe, ambassadeur van de koning van Groot-Brittannië.
De declaratie wordt de RvS ter hand gesteld om te onderzoeken en een beslissing over te nemen.

1 Opgenomen in: Groot placaet-boeck I, kol. 2972-2975.