20
Z.Exc. schrijft vandaag verder nog dat wanneer de keizerlijke
troepen zich in het vijandelijke leger mochten begeven aan de
IJsselkant, het retranchement van de
Grebbe naar
Amersfoort en verder
naar
de
Zuiderzee snel maar behoorlijk zou moeten
worden
gemaakt. Maar teneinde deze werken met het meeste voordeel en naar
de vereisten te maken, verzoekt Z.Exc.
HHM om
kapitein
Jan van den Bosch zodra
hij te
Utrecht aankomt, te bevelen zich bij het leger te
vervoegen met iemand van de provincie die met de situatie ter
plaatse
bekend is. Daarnaast acht Z.Exc. het hoognodig het retranchement
van de
Vaartse
Rijn
tot Utrecht en
vandaar tot aan
de
Hinderdam te voltooien in de vorm die aan de RvS
schriftelijk is meegedeeld. Z.Exc. acht het ten derde nodig om vier
of
vijf ijzeren gotelingen naar Amersfoort te sturen.
Het eerste punt wordt in beraad gehouden. Op het tweede punt verzoeken HHM de RvS nogmaals met de aanbesteding van het retranchement door te gaan en de
Staten van Utrecht
conform de vorige resolutie te manen bij provisie het geld voor te schieten dat nodig is om het retranchement te maken en te voltooien. Op het derde punt wordt de RvS verzocht ervoor te zorgen dat er vijf of zes gotelingen met toebehoren naar Amersfoort gebracht worden.