01/10/1629, 11

 
English | Nederlands

11 Carlaton toont HHM een brief van de koning van Groot-Brittannië d.d. Windsor 2 september. Hij schrijft dat onderdanen van de koning op verzoek van de inwoners van Bantam weer handel met hen drijven. Zij vrezen zeer dat de ingezetenen van deze landen in Oost-Indië hen op last van hun principalen vijandig zullen bejegenen en verdrijven. De koning verzoekt om maatregelen en om een verbod onderdanen van de koning op schepen van hier naar Oost-Indië in te zetten.
Deze brief zal in kopie aan de vergadering van de Heren Zeventien of in afwezigheid daarvan, aan de VOC ter Kamer Amsterdam worden overhandigd, ter verkrijging van informatie. Er zal op worden aangedrongen in Oost-Indië geen vijandelijkheden tegen de Engelsen te ondernemen.