13/10/1629, 15

 
English | Nederlands

15 Ter vergadering compareren de raden van State Cappelle en Berchem, alsmede ontvanger-generaal Doublet. Ze maken HHM bekend dat de dertien compagnieën infanterie die door Gelderland en Overijssel ter repartitie zijn afgewezen in verband met de vermindering van hun quoten, meer dan zes herenmaanden niet zijn uitbetaald. De RvS ziet geen mogelijkheid om deze compagnieën tevreden te stellen, noch de twee compagnieën ruiters van markies van Rouillac en Sir Tomas Lucas die net zo lang niet zijn uitbetaald. Ten tweede is het hard nodig dat in allerijl 30.000 pond wordt gezonden naar het leger van graaf Ernst Casimir van Nassau op de Veluwe. Ten derde dat HHM ter voorkoming van onheil zorgen voor de betaling van het nieuw gelichte krijgsvolk, aangezien dat nauwelijks drie weken onderhouden kan worden uit het resterende geld van de WIC , waarvan slechts 206.000 gld. over is. Daarvan moet nog 57.000 gld. worden afgetrokken voor het afdanken van de Zweedse troepen en 6.000 gld. voor het afdanken van de vuurroers van Mangelman, zodat er maar 143.000 gld. overschiet. De soldij van het nieuw gelichte volk bedraagt maandelijks echter 193.692 gld. Capelle en Berchem verzoeken autorisatie om decharges uit te laten gaan op de 600.000 pond waarom per petitie is verzocht ter betaling van het genoemde volk, alsmede op de tweede 1.500.000 gld. voor de legerlasten die zijn inbegrepen in de petitie van 8.000.000. Ten vierde verzoeken zij opdracht te geven tot het aanhouden of afdanken van de twaalfduizend man die in het voorjaar zijn gelicht. Voor hun onderhoud voor vier maanden heeft de provincie Gelderland 150.000, Holland 400.000 en Utrecht 150.000 gld. vooruit beloofd, die inmiddels zijn afgelopen of die vandaag aflopen. Met het oog hierop verzoeken zij de drie provincies hun achterstallen in de eerder beloofde som prompt te betalen, omdat het merendeel van het volk al twee herenmaanden niet is uitbetaald. Ze stellen voor de WIC om nog eens 100.000 gld. te verzoeken. Ten laatste verklaren Capelle en Berchem dat tenzij HHM op het bovenstaande een prompte maatregel treffen, verwarring in het land het gevolg zal zijn. De RvS wil voor God en HHM daaraan geen schuld hebben, omdat hij eerder vaak op de bezwaren heeft gewezen en om passende maatregelen daartegen heeft gevraagd. Die bleven echter uit.
Een beslissing wordt opgeschort in verband met de zwakheid van de provincies.