12/11/1629

 
English | Nederlands

12 - 11 - 1629

Presentielijst:

Resoluties:

1 Op het nadere verzoek van Diderich Mulardt en Roedolph van den Clooster besluiten HHM dat de gedeputeerden van HHM al het mogelijke moeten doen om de momenteel in 's- Gravenhage aanwezige gecommitteerden van Emden ertoe te bewegen de zaak zo te sturen dat Ernst Mulart uit zijn hechtenis wordt ontslagen.

2 Ontvangen is een brief van Oosterwyck d.d. Venetië 26 okt. met daarnaast enkele bijlagen met berichten.
Er wordt geen resolutie genomen.

3 Ontvangen is nog een brief van Oosterwyck d.d. Venetië 27 oktober.
Er wordt geen resolutie genomen.

4 Jan Reiniersz. c.s., ruiters in het garnizoen te Geertruidenberg, verzoeken een beloning voor de te land gevangengenomen van Christoffel de Bon Ours en Symon Groffils, die in de uitwisseling van de gevangenen te water zijn begrepen.
HHM zullen eerst advies inwinnen van de RvS en daarna besluiten.

5 Ontvangen is een brief van de RvS d.d. 's-Gravenhage 10 nov., met verschillende overwegingen voor en tegen de inkwartiering van de uit Denemarken gekomen regimenten van de kolonels Morgan, Holck, Roosencrantz en Ferents, alsmede van 24 andere compagnieën die in het Land van Mark zullen overwinteren. Ten tweede heeft de RvS een lijst gemaakt van de nieuwe lichting van dit jaar: de vijftig compagnieën die in het jaar 1628 zijn gelicht zijn van tweehonderd naar honderd koppen teruggebracht conform de resolutie van HHM.
Op het eerste punt besluiten HHM de brief terug te zenden naar de RvS om na overleg met Z.Exc. en stadhouder graaf Ernst Casimir van Nassau, van hem te horen of hij instemt met de inkwartiering. Op het tweede punt verklaren alle provincies met uitzondering van Holland vast te houden aan de eerdere resolutie en de reductie die daarop is gevolgd. De provincie Holland wordt verzocht zich bij het oordeel van de andere provincies aan te sluiten. Verder wordt alle provincies die dat willen een kopie van de lijst toegestaan.

6 HHM zullen morgen de propositie bestuderen van ambassadeur De Beaugij, alsmede het eerder opgestelde advies van de RvS. HHM zullen ter vergadering ook de propositie bestuderen die door Camerarius is ingediend op het stuk van de alliantie met Zweden.

7 HHM horen het rapport van Huijgens die conform de resolutie van HHM van 10 nov. gesproken heeft met Jan Wendels die als commissaris naar Algiers en Tunis gaat ter bevrijding van de gevangenen van deze landen aldaar.
HHM besluiten dat Wendelsz. met zijn schepen op de heenweg Mahamat Vanegas, afgezant van de republiek Salé, met vijf personen van zijn gevolg naar Salé moet brengen. Ook moet hij een klein scheepje met 25 of 26 moren konvooieren, in het vaste vertrouwen dat de republiek de aldaar gevangen gehouden ingezetenen van deze landen aan Wendelsz. zal meegeven. Jan Wendelsz. wordt een maandelijks traktement van 200 gld. gedurende zijn reis toegekend. Ook zal hem door de ontvanger-generaal voor de uitrusting van zijn reis een voorschot worden uitbetaald van 1.500 gld. en daarbovenop zal hem door de ontvanger nog 1.200 gld. worden betaald om in geld of enkele kostbaarheden - dat wordt aan zijn oordeel overgelaten - te schenken aan de regering te Algiers en Tunis.

8 Jan de Mortaigne, hofmeester van HHM, ontvangt op zijn verzoek een voorschot van 600 gld. van ontvanger-generaal Doublet, op rekening van de onkosten van het onthaal van extraordinaris ambassadeur Herry Veen.

9 Ontvangen is een brief van de bewindhebbers van de WIC d.d. Dordrecht 8 nov., met de mededeling hun aandeel in de 400.000 pond waarom is verzocht binnen acht à tien dagen bij elkaar te zullen hebben.
Deze brief gaat naar de RvS met de opdracht dit geld in ontvangst te nemen.

10 De weduwe van Kettler krijgt voorschrijven aan de regering van Münster alsmede aan de commissarissen van de keurvorst van Keulen ten einde snel recht te verkrijgen.

11 Ontvangen is een brief van de magistraat te Keulen d.d. aldaar 2 nov. met klachten over excessen die door de soldaten van deze landen zouden worden begaan en verder een geloofsbrief voor agent Van der Veecken.
HHM zullen Van de Veecken audiëntie verlenen, indien hij daarom verzoekt.

12 HHM lezen het verzoek van Albert Felicker, koopman te Amsterdam, dat wordt ondersteund door brief van de Admiraliteit te Amsterdam d.d. 10 nov., om veertig last rogge naar Emden uit te voeren tegen betaling van 's lands rechten.
Alvorens te besluiten moeten de gedeputeerden van HHM van de aanwezige gecommitteerden van Emden vernemen of er sprake is van korenschaarste te Emden.

13 HHM lezen het advies van de RvS d.d. 10 nov. over het op 8 nov. bij HHM ingediende verzoek namens de uitgeweken geloofsgenoten van Aken [Aachen] en degenen die daar nog wonen, over de moeilijkheden die zij ondervinden op het punt van de religie.
In 1621 is door die van Aken akte van neutraliteit verleend op de uitdrukkelijke belofte dat die van de religie aldaar beter dan tevoren zouden worden behandeld en gesteund. Aangezien deze belofte wordt geschonden zal de magistraat hieraan worden herinnerd en gehouden.

14 HHM bestuderen hun resolutie van 8 nov., genomen op het verzoek van Willem Dircxsz. en Jan Thonisz. c.s. die het regiment van overste Rosencrantz op hun schepen vanuit de Sont hierheen hebben gebracht.
De supplianten wordt in plaats van 1.800 gld., 2.000 gld. toegekend aan vracht, te betalen uit de in de resolutie genoemde middelen.
Ter vergadering compareert commies Verhaer. Hij deelt mee dat de vrachtlonen waarin op 8 nov. is toegestemd tezamen 10.800 gld. bedragen. Het loopgeld van het regiment brengt niet meer op dan 8.800 gld. Verhaer vraagt waar het geld kan worden gevonden dat op de som nog tekortschiet.
HHM besluiten dat de RvS de schippers niet alleen de 1.800 gld. moet betalen die hun op 8 nov. is toegekend, maar ook de 200 gld. elk die hun vandaag is toegekend. Het tekort aan het transportgeld zal worden gevorderd van de overste. Indien hij daartegen bezwaar maakt, moet het tekort ten laste van het land komen.

15 President Culemborg zet uiteen dat de compagnieën van het regiment van kolonel Morgan dat onlangs uit Denemarken is gekomen, in hun garnizoenen baldadigheden plegen als gevolg van wanbetaling. De ontvanger-generaal heeft laten weten dat ze ongeveer een maand geen soldij hebben ontvangen. HHM zullen de provincies die met de betaling in de 600.000 pond ter betaling van de nieuwe lichtingen achterstallig zijn, manen hun tekorten aan te zuiveren voor het onderhoud van dit volk. De RvS wordt verzocht ondertussen maatregelen te treffen om baldadigheid onder de soldaten te voorkomen.

16 De griffier wordt door de president aangezegd commissie te depêcheren voor Abraham Thullekens als ontvanger van de konvooien en licenten te Arnhem conform de resolutie van HHM van 6 april en de apostille daarop van de Admiraliteit te Amsterdam d.d. 22 juni.

17 President Culemborg deelt mee dat Berckel aandringt op een antwoord op de aan hem gerichte brief van de heer van Merquette. Deze schrijft over de ontruiming van de kerken in de Meierij van 's-Hertogenbosch en maakt tevens gewag van een belangrijke zaak.
Berckel moet terugschrijven dat de deken van Hilvarenbeek mondeling antwoord is gegeven door de RvS. Hij mag voortaan over deze en dergelijke zaken niet meer met Merquette corresponderen of zich daarmee bemoeien. Aangaande de belangrijke zaak dient Berckel een ontwijkend antwoord op te stellen. Na bestudering hiervan nemen HHM een beslissing.