13
Essen en de andere gedeputeerden van HHM doen verslag van het
overeenkomstig de resolutie d.d. 20 nov. gevoerde overleg met
Z.Exc.
over de remonstrantie van kolonel
Hauterives om
de
overleden baron
De
Courtomée op
te volgen als
luitenant-generaal van de Fransen. Z.Exc. vindt het bedenkelijk.
Hij
adviseert de kolonel enigszins tevreden te stellen, zonder nieuwe
belasting voor het land, uit oogpunt van de goede kwaliteiten en
verdiensten van de kolonel om langs deze weg het
luitenant-generaalschap op te laten houden. Hiermee zou een
verbetering
in de inrichting van het bevel bij de Fransen bereikt worden die
voor een
deel het land ten goede komt.
HHM machtigen Z.Exc. en de gedeputeerden de kolonel de compagnie ruiters van ritmeester
Chesij te geven of een andere vacante post, mits daardoor het
luitenant-generaalschap bij de Fransen verdwijnt. HHM verklaren dit
luitenant-generaalschap niet te willen laten herleven, door
tussenkomst
van wie dan ook. De resolutie van HHM d.d. 22 april 1624, waarbij
niemand tegelijk een compagnie ruiters en infanteristen mag hebben,
blijft onverminderd van kracht, zelfs wat betreft de compagnie
ruiters
waarvan de kolonel nu de voordelen zal genieten, zodra deze vacant
komt.