26
In de vergadering is secretaris
Huygens verschenen. Hij overlegt een door
Falckenburch, hofmaarschalk van
de Zweedse
koning,
bij de RvS ingediende memorie betreffende wat hij nog tegoed heeft
voor de dienst van de Zweedse troepen. Ten eerste is de lening van
drie
weken vervallen omdat de toegezegde schepen niet op tijd zijn
verschenen. Ten tweede verlangt Falckenburch vergoeding van de
hogere
vrachten
die als gevolg van het aflopen van de termijn van drie weken de
schippers voor het vervoer van de troepen zijn geboden, alsmede
vergoeding van de intussen gemaakte kosten. Ten derde behoren in de
afrekening de rekruten vergoeding te ontvangen volgens de
ingediende
attestatiƫn. Ten vierde behoort Falckenburch ontheven te
worden
van enkele
door
HHM goedgekeurde beslagleggingen op de resterende gages van tal van
officieren, die geen aanspraken meer hebben op de maarschalk omdat
hij
ze volledig betaald heeft. Ten vijfde verlangt hij restitutie van
339
gld. die betaald zijn aan de majoor van het regiment van
Claus Diederick en die hem in
rekening zijn
gebracht. Dit bedrag is al door de
ontvanger-generaal bij de laatste
betaling
afgetrokken. Ten zesde wil hij 3.000
gld. ontvangen die volgens hem door
Eysinga en
Jensma zijn
beloofd.
HHM besluiten het advies van de RvS in te winnen.