24/11/1629, 26

 
English | Nederlands

26 In de vergadering is secretaris Huygens verschenen. Hij overlegt een door Falckenburch, hofmaarschalk van de Zweedse koning, bij de RvS ingediende memorie betreffende wat hij nog tegoed heeft voor de dienst van de Zweedse troepen. Ten eerste is de lening van drie weken vervallen omdat de toegezegde schepen niet op tijd zijn verschenen. Ten tweede verlangt Falckenburch vergoeding van de hogere vrachten die als gevolg van het aflopen van de termijn van drie weken de schippers voor het vervoer van de troepen zijn geboden, alsmede vergoeding van de intussen gemaakte kosten. Ten derde behoren in de afrekening de rekruten vergoeding te ontvangen volgens de ingediende attestatiƫn. Ten vierde behoort Falckenburch ontheven te worden van enkele door HHM goedgekeurde beslagleggingen op de resterende gages van tal van officieren, die geen aanspraken meer hebben op de maarschalk omdat hij ze volledig betaald heeft. Ten vijfde verlangt hij restitutie van 339 gld. die betaald zijn aan de majoor van het regiment van Claus Diederick en die hem in rekening zijn gebracht. Dit bedrag is al door de ontvanger-generaal bij de laatste betaling afgetrokken. Ten zesde wil hij 3.000 gld. ontvangen die volgens hem door Eysinga en Jensma zijn beloofd.
HHM besluiten het advies van de RvS in te winnen.